In verband met de oprichtingsvergadering van de Vakgroep Groen Erfgoed werd ik bij het doornemen van de statuten en het huishoudelijk reglement weer eens op de definitie van de term ‘groen erfgoed’ gedrukt. Laat ik eerst eens een overzichtje (in chronologische volgorde van oprichting) maken van stichtingen, verenigingen, onderwijsinstellingen en platforms die zich met dit fenomeen bezig houden. Overheidsinstellingen en bureaus laat ik achterwege. En wie ben ik dan vergeten?
Stichtingen en verenigingen die zich sterk maken voor groen erfgoed:
Vereniging Natuurmonumenten NM, 1905;
De 12 Landschappen (Koepelorganisatie van de verschillende provinciale landschappen zoals Utrecht 1927; Gelderland 1929; Fryske Gea 1930 etc.);
Nederlandse Tuinenstichting / NTs, 1980;
Historisch geografische vereniging / HGVU, 1980;
Nederlandse Vereniging voor Tuin- en Landschapsarchitectuur / NVTL, 1983;
Stichting Tuinhistorisch Genootschap Cascade, 1987;
Vereniging De Terebinth, 1991;
Stichting Donderberggroep, 1992;
Gilde van Tuinbazen, 2003;
Vakgroep Erfgoedhoveniers, 2012;
Vakgroep Groen Erfgoed / VGE i.o., 2013.
Onderwijsinstellingen:
Vereniging Kennisontwikkeling Groen Erfgoed / HAS Kennistransfer, 2011;
Universiteiten: Wageningen, Utrecht, Leiden, Groningen.
Platforms:
Platform Mariaplaats (KNOB), 1999;
Platform Groen Erfgoed, 2008;
Agenda Historisch Groen (KNOB), 2009;
Platform Landschap, 2011.
De meeste van deze instellingen gebruiken tegenwoordig de term ‘groen erfgoed’. De Vakgroep Groen Erfgoed i.o. legt in haar Huishoudelijk Reglement uit dat het hier gaat om ‘door mensen minimaal twee generaties geleden bedachte en aangelegde structuren van voornamelijk plantenmateriaal, die sprekende getuigen zijn van de steeds veranderende relatie tussen mens en natuur…’. Anderen spreken in bewoordingen van dezelfde strekking.
Het klinkt mij vreemd in de oren omdat je structuren wel kan bedenken maar niet kan aanleggen. Bovendien waar blijven we dan met het historisch erfgoed zoals het Naardermeer, het Zwanenwater, het Zwin, de Drentse heidegebieden, de Veluwe, om maar enige gebieden te noemen, dat zijn toch ook allemaal erfgoedgebieden, weliswaar meer natuur dan wat wij in het hoofd hebben bij historische buitenplaatsen en ander historisch groen, maar de mens is er goed bezig geweest. De Veluwe wil men zelfs op de Werelderfgoedlijst plaatsen. Als dat dus geen ‘groen erfgoed’ is!
De term ‘groen erfgoed’ omvat volgens mij natuurerfgoed en cultuurerfgoed, laat ik duidelijk zijn, niet alleen structuren dus of historisch waardevol groen dat door de mens is bedacht en aangelegd. Alle instellingen die praten over ‘groen erfgoed’ bedoelen eigenlijk alleen cultuurerfgoed. Waarom, omdat ze zijn voortgekomen uit de ‘monumentenzorg’ en omdat de echt waardevolle terreinen beschreven zijn als cultuur-monument in het monumentenregister.
Mijn stelling nu is: de term groen erfgoed wordt verkeerd gebruikt en slaat in principe op zowel natuur- als groene cultuurmonumenten.
Eens of oneens? CO.