Voorgestelde verschuiving van museumgebouw op Voorlinden (Wassenaar).
Museum Thans (lila) = locatievoorstel als in ingediende plannen;
Nieuwe Positie Museum (geel) = locatievoorstel van Joost S.H. Gieskes.
De heer J. van Caldenborgh is eigenaar van de buitenplaats Voorlinden, een Rijksmonument. Hij heeft een plan ontwikkeld voor de bouw van een museum op het buiten, voor zijn kunstcollectie. Het is een modern en transparant gebouw. De afmetingen zijn aanzienlijk: de lengte is ruim driemaal de breedte van het landhuis, de breedte ca. anderhalf maal de diepte van het landhuis. Het landhuis is wel ruim tweemaal hoger dan het museum.
Direct dringt zich dan de vraag op: is hier nog wel sprake van toevoeging van een nieuwe laag zoals men dat wel noemt? Tuinhistorici en landschapsarchitecten gespecialiseerd in historische tuinen zullen dan direct criteria aanleggen zoals: het moet niet ten koste gaan van waardevolle elementen; niet detoneren; in harmonie zijn met de omgeving; zich voegen in het landgoed als functionele eenheid; aspecten als bouwstijl; materiaalkeuze, het lijstje is moeiteloos aan te vullen.
Dit is ook precies waar RCE en de Wassenaarse Welstandscommissie zo’n moeite mee hebben. Door zijn omvang voldoet dit museum niet aan deze criteria. Op zich is dit een zeer interessante casus, want het is vrijwel zeker dat het plan doorgaat: het heeft de enthousiaste steun van de gemeente en van de provincie en is qua planontwikkeling al in een gevorderd stadium. De optie geen museum lijkt een gepasseerd station.
De vraag die ik poneer is: moet men in dit speciale geval wel blijven denken in de overigens nobele opvattingen van de restauratiefilosofie. Is hier wel sprake van een nieuwe laag? Is het niet eerder een transformatie van de buitenplaats? Het gebouw, ook al is het in vergelijk met het landhuis bescheiden in hoogte, zal altijd dominant zijn. Een uitvoerige studie naar veel andere locaties heeft als resultaat dat de geplande locatie de enig aanvaardbare blijkt te zijn.
Als men dit gegeven aanvaardt, dan kan men een ander denkstramien volgen, noem het een cultuuromslag. Accepteer het museum als hoofdgebouw, geef prioriteit aan het in stand houden van de diverse waardevolle onderdelen van de buitenplaats en minder aan de samenstellende delen. Waardevol is het landhuis met de typerende tuin. Waardevol is tevens het bijna 200 meter verder weg gelegen koetshuis en koetsierswoning, het paardeweitje en het beeldschone krimlindenlaantje (Tilia euchlora). Om het museum ‘zo ver mogelijk’ van het landhuis te plaatsen is het veronachtzaamde lindenlaantje geofferd alsmede een deel van het paardeweitje.
Ik beweer dat, om de hiervoor geschetste ensembles integraal te bewaren, het enigszins herpositioneren van het museum een goede en betere benadering is. De dominantie van het museumgebouw blijft, de voorgestelde kleinere afstand tot het landhuis zal de belevingswaarde van het landhuis niet noemenswaard doen afnemen, en het landhuis met tuin, dat al geheel met groen is gescheiden van het museum, blijft in tact. Door het museum naar achteren te plaatsen is het landhuis prominenter aanwezig als zelfstandige eenheid. Ook ligt het museum vrijer van de waterpartij, gunstig voor de ontwerper bij het toegezegde herstel van de gehele buitenplaats, welke zich thans in een wat verwaarloosde toestand bevindt.
In bijgaand kaartje is de positie van de huidige plaats van het museum in rood aangegeven, de positie van de voorgestelde locatie in groen.
Bedenk hierbij dat hoe fraai men ook op een plattegrond, lees de in vogelvlucht, beschouwde waterpartij moge vinden, in de praktijk, horizontaal gezien, ervaart men het immense terrein voor het landhuis – de afstand tussen Buurtweg en landhuis is ca. 450 meter – als een vlak weiland. Door de grote onderlinge afstanden zijn de diverse waardevolle elementen van Voorlinden meer losse eenheden dan een samenhangend geheel, zonder daarmee het buiten te kort te willen doen. Een waardeoordeel behoort echter onvermijdelijk bij de besluitvorming. En, het buiten is van een particulier eigenaar.
Joost S.H. Gieskes
Voorgestelde verschuiving van museumgebouw op Voorlinden (Wassenaar).
Rode rechthoek = locatievoorstel als in ingediende plannen;
Groene rechthoek = locatievoorstel van Joost S.H. Gieskes.