23 nov – Cascade Lustrumsymposium.

De Cascade donateurs hebben een mail ontvangen over het Cascade Lustrumsymposium met de optie tot een bezoek aan en rondleiding door de tentoonstelling ‘Groen van Toen, van Buitenplaats tot Schooltuin’ te Wageningen (zie 12 juli) en ’s middags een symposium en de uitreiking van de eerste Carla Oldenburger-Ebbers Stimuleringsprijs, bij de RCE te Amersfoort. Als afsluiting volgt nog een borrel.

Zie ook aanmeldingsformulier (met meer details) en het document bij uw mail. U kunt uw aanmelding ook versturen naar Cascade Postbus 67, 4850 AB Ulvenhout. Heeft u de uitnodiging (als donateur) niet ontvangen of vragen? Mail administratie@cascade1987.nl.

Uitnodiging oratie Yme Kuiper.

De heer dr. Y.B. (Yme) Kuiper, vanwege de Stichting Van der Wyck – de Kempenaer benoemd tot hoogleraar in de Faculteit der Letteren met de leeropdracht Historische buitenplaatsen en landgoederen (Historic Country Houses and Estates) houdt op 20 november 2012 om 14.00 uur zijn oratie, getiteld:
De hofstede – ‘tot vermaeck en voordeel aengeleyt’.
De ontwikkeling van de Nederlandse buitenplaats vanaf de zeventiende eeuw.

De Rector Magnificus nodigt u graag uit om hierbij aanwezig te zijn.
Na afloop is er een receptie in het Academiegebouw.
Wilt u zich aanmelden vóór 13 november 2012 met bijgaande antwoordkaart?
Of via een mail naar cvb.rm@rug.nl (met naam, functie, adresgegevens, aantal personen).

dinsdag 20 november 2012
14.00 uur
Aula Academiegebouw (Broerstraat 5, Groningen)

RCE handreiking ‘Een toekomst voor groen’.

Deelnemers van de Platform Groen Erfgoed bijeenkomst van 3 okt ontvingen een exemplaar van de handreiking Een toekomst voor groen.

Het persbericht meldt:
Nederland telt zo’n 1300 beschermde groene monumenten. Van historische tuinen, buitenplaatsen en stadparken tot kloostertuinen, begraafplaatsen en forten. Dit groene erfgoed leeft. De beplanting groeit, waardoor het beeld met de seizoenen en met de jaren wijzigt. Maar ook het ruimtegebruik in en rondom de groenaanleg ontwikkelt zich. Dat maakt deze monumenten kwetsbaar: de groeiende natuur kan de cultuurhistorie en verhaal vervagen.

De maatschappelijke aandacht voor het groene erfgoed neemt toe, en daarmee de wens om de historie van het groen beleefbaar te maken. Eigenaren willen op eigentijdse wijze gebruik maken van historisch groen, bijvoorbeeld door parken beschikbaar te stellen voor recreatie en toerisme of passende nevenfuncties.

Wat zijn de mogelijkheden voor duurzaam behoud, herstel en eventueel nieuw gebruik? Met praktische tips helpt deze publicatie bij het maken van een passend plan van aanpak.

Voor een ieder die niet deelnam:
de PDF is hier te downloaden
een gedrukt exemplaar is hier te bestellen

Een museum op de buitenplaats Voorlinden te Wassenaar.


Voorgestelde verschuiving van museumgebouw op Voorlinden (Wassenaar).
Museum Thans (lila) = locatievoorstel als in ingediende plannen;
Nieuwe Positie Museum (geel) = locatievoorstel van Joost S.H. Gieskes.

De heer J. van Caldenborgh is eigenaar van de buitenplaats Voorlinden, een Rijksmonument. Hij heeft een plan ontwikkeld voor de bouw van een museum op het buiten, voor zijn kunstcollectie. Het is een modern en transparant gebouw. De afmetingen zijn aanzienlijk: de lengte is ruim driemaal de breedte van het landhuis, de breedte ca. anderhalf maal de diepte van het landhuis. Het landhuis is wel ruim tweemaal hoger dan het museum.
Direct dringt zich dan de vraag op: is hier nog wel sprake van toevoeging van een nieuwe laag zoals men dat wel noemt? Tuinhistorici en landschapsarchitecten gespecialiseerd in historische tuinen zullen dan direct criteria aanleggen zoals: het moet niet ten koste gaan van waardevolle elementen; niet detoneren; in harmonie zijn met de omgeving; zich voegen in het landgoed als functionele eenheid; aspecten als bouwstijl; materiaalkeuze, het lijstje is moeiteloos aan te vullen.
Dit is ook precies waar RCE en de Wassenaarse Welstandscommissie zo’n moeite mee hebben. Door zijn omvang voldoet dit museum niet aan deze criteria. Op zich is dit een zeer interessante casus, want het is vrijwel zeker dat het plan doorgaat: het heeft de enthousiaste steun van de gemeente en van de provincie en is qua planontwikkeling al in een gevorderd stadium. De optie geen museum lijkt een gepasseerd station.
De vraag die ik poneer is: moet men in dit speciale geval wel blijven denken in de overigens nobele opvattingen van de restauratiefilosofie. Is hier wel sprake van een nieuwe laag? Is het niet eerder een transformatie van de buitenplaats? Het gebouw, ook al is het in vergelijk met het landhuis bescheiden in hoogte, zal altijd dominant zijn. Een uitvoerige studie naar veel andere locaties heeft als resultaat dat de geplande locatie de enig aanvaardbare blijkt te zijn.
Als men dit gegeven aanvaardt, dan kan men een ander denkstramien volgen, noem het een cultuuromslag. Accepteer het museum als hoofdgebouw, geef prioriteit aan het in stand houden van de diverse waardevolle onderdelen van de buitenplaats en minder aan de samenstellende delen. Waardevol is het landhuis met de typerende tuin. Waardevol is tevens het bijna 200 meter verder weg gelegen koetshuis en koetsierswoning, het paardeweitje en het beeldschone krimlindenlaantje (Tilia euchlora). Om het museum ‘zo ver mogelijk’ van het landhuis te plaatsen is het veronachtzaamde lindenlaantje geofferd alsmede een deel van het paardeweitje.
Ik beweer dat, om de hiervoor geschetste ensembles integraal te bewaren, het enigszins herpositioneren van het museum een goede en betere benadering is. De dominantie van het museumgebouw blijft, de voorgestelde kleinere afstand tot het landhuis zal de belevingswaarde van het landhuis niet noemenswaard doen afnemen, en het landhuis met tuin, dat al geheel met groen is gescheiden van het museum, blijft in tact. Door het museum naar achteren te plaatsen is het landhuis prominenter aanwezig als zelfstandige eenheid. Ook ligt het museum vrijer van de waterpartij, gunstig voor de ontwerper bij het toegezegde herstel van de gehele buitenplaats, welke zich thans in een wat verwaarloosde toestand bevindt.
In bijgaand kaartje is de positie van de huidige plaats van het museum in rood aangegeven, de positie van de voorgestelde locatie in groen.
Bedenk hierbij dat hoe fraai men ook op een plattegrond, lees de in vogelvlucht, beschouwde waterpartij moge vinden, in de praktijk, horizontaal gezien, ervaart men het immense terrein voor het landhuis – de afstand tussen Buurtweg en landhuis is ca. 450 meter – als een vlak weiland. Door de grote onderlinge afstanden zijn de diverse waardevolle elementen van Voorlinden meer losse eenheden dan een samenhangend geheel, zonder daarmee het buiten te kort te willen doen. Een waardeoordeel behoort echter onvermijdelijk bij de besluitvorming. En, het buiten is van een particulier eigenaar.
Joost S.H. Gieskes


Voorgestelde verschuiving van museumgebouw op Voorlinden (Wassenaar).
Rode rechthoek = locatievoorstel als in ingediende plannen;
Groene rechthoek = locatievoorstel van Joost S.H. Gieskes.

Rijksmuseumtuin, Cuypers gemoderniseerd: van bescheiden groene zoom tot pretparkgordel.

Tot heden kende ik het definitieve nieuwe ontwerp van de Rijksmuseumtuin als hieronder afgebeeld. Mooi plaatje, maar zonder legenda. Moeilijk beoordelen, maar historische structuren wel gehandhaafd zou je zeggen op het eerste gezicht.


Tuinontwerp Rijksmuseum Amsterdam, Copijn.

Op 13 sept. 2012 las ik in De Volkskrant onder de kop Verbouw tuin Rijks gestart, o.a. het volgende (tekst Neli Westerlaken): het park van het Rijksmuseum moet een open stadspark worden, met gratis beeldententoonstelling en groentenkas. Copijn tuin- en Landschapsarchitecten maakte het ontwerp; de vermaarde tuinarchitect Piet Oudolf gaf advies.
Ik citeer enkele saillante deelzinnen:
de tuinen gaan dienst doen als een groene buitenzaal;
met gratis toegankelijke beeldenexposities;
grotendeels hersteld naar het oorspronkelijke ontwerp van Pierre Cuypers (1885);
aan de tuinen worden enkele nieuwe elementen toegevoegd, zoals een fontein (ontwerp Jappe Hein) en speeltoestellen;
een opmerkelijke nieuwe toevoeging is de 19de-eeuwse plantenkas, waarin het museum ‘vergeten groenten’ gaat verbouwen, t.b.v. het eigen restaurant;
de kas past in Cuypers’ traditie volgens [directeur] Pijbes, omdat de architect zelf al enkele bouwelementen in de tuinen plaatste uit de 17de, 18de, en 19de eeuw. Een kas is ook een bouwwerk…
De opzet van Cuypers’ 19de-eeuwse ontwerp was een bescheiden groene zoom rondom het museum die de aandacht niet teveel zou afleiden van de architectuur.
In tegenstelling tot Cuypers’ opzet is het nadrukkelijk de bedoeling van de tuinen een levendige stadsoase te maken. De tuinen krijgen bankjes en terrassen en bezoekers hebben gratis toegang tot de passage, winkels en café in het hoofdgebouw;
Architect Aldo van Eyck ontwierp na de Tweede Wereldoorlog speeltoestellen (‘iglootjes’) voor kleine ruimten in Amsterdam. Het RM wist een paar van de laatste iglo’s op de kopt te tikken. Ze worden opgeknapt en opnieuw in gebruik genomen in de museumtuinen.

Wat moet ik er meer aan toevoegen? Onderstaande plattegrond (overgenomen van de website van www.copijn.nl) toont de vier deels nieuwe tuiningangen (rode pijltjes), restaurant met groot terras, kasteelkas, kiosken, speeltoestellen, een ware consumptietopper! Conclusie: Misschien wel structuren gehandhaafd maar de sfeer van Cuypers totaal kapot gemaakt. Van bescheiden groene zoom tot pretparkgordel.


Uit De Volkskrant van 13 sept. 2012.  Bron: www.copijn.nl  Klik op afbeelding.

Wat vinden wij als Cascade-vrienden hiervan?  CO.

Symposium kasteel Warmelo, er zijn nog een aantal plaatsen.

Op 26 oktober 2012 organiseert Lapidem het symposium ‘Behoud en beheer van Historische Buitenplaatsen en hun omgeving’ op Kasteel Warmelo. Deelname is nog mogelijk, er zijn nog een aantal plaatsen beschikbaar. Het ochtendprogramma start vanaf 10:00 met een aantal lezingen. Vervolgens is er een lunch met de mogelijkheid een informatiemarkt te bezoeken, met standhouders op terrein van het beheer en behoud van cultureel erfgoed. Daarna kunt u deelnemen aan een van de excursies, naar Warmelo, Weldam, Twickel of Nijenhuis. Tot slot volgen nog een dankwoord, netwerkborrel en hernieuwd bezoek aan de informatiemarkt.

En de betalende symposiumbezoeker krijgt een ‘goodybag’ met daarin onder andere het boek De Nederlandse Landschapsstijl in de achttiende eeuw van Dr. Heimerick M.J. Tromp.

Symposiumdetails leest u in deze PDF.
De boekaankondiging vindt u hier.
En hier aanmelden.

26 oktober, vanaf 9:30-10:00
Kasteel Warmelo
Stedeke 11, 7478 RV Diepenheim
Kosten € 35,00 per persoon.

Rondleiding op Vreedenhorst aan de Vecht in Vreeland

Nieuwe ontwikkelingen op een oude buitenplaats

Buitenplaatsen aan de Vecht zijn vergelijkbaar met de mens; ze variëren in de loop van hun bestaan in omvang. Ze groeien en krimpen. Vele buitenplaatsen zijn in de loop van de negentiende en twintigste eeuw gekrompen, zo ook de buitenplaats Vreedenhorst aan de Vecht. Van vele ‘morgens’ in 17e en 18e eeuw tot 1 hectare in 1955. In 2000 groeide het weer in één klap naar 8 hectare.

Daar waar buitenplaatsen altijd een afspiegeling van de tijdgeest zijn geweest, denk hierbij aan de geometrische ‘franse’ tuinen of de lossere ‘engelse’ tuinen, is het niet meer dan logisch om ook een uitbreiding in het jaar 2000 in de tijdgeest te ontwikkelen.
Wat ons werkelijk drijft zal je pas na verloop van jaren kunnen vaststellen, maar wij denken nu dat onze tijd veel met natuurontwikkeling bezig is. Natuur en buitenplaatsen zijn al lang met elkaar verweven en het samengaan van cultuur en natuur geeft een interessante spanning. Op Vreedenhorst staat de uitbreiding in het teken van de natuurontwikkeling.
Ontwikkelingen worden zelden gestuurd door een enkele wens en zo ook op Vreedenhorst. De wens om een flinke boomgaard aan te leggen is ook in het plan opgenomen, evenals de wens om al dit moois te delen met anderen. U wordt ontvangen in de traditioneel gebouwde schuur.
Kom kijken wat een erfgoedhovenier doet met de uitbreiding van zijn eigen tuin… van 8 ha.

Zondag 7 oktober om 14.00 uur vertrek bij “De Schuur” voor een rondleiding door het oude en nieuwe gedeelte, hopelijk een pittige discussie nadien bij een kopje koffie met versnapering tussen 70 tentoongestelde (vers geplukte) appelrassen en meer informatie over de appeloogst op Vreedenhorst.

Voor wie: groen erfgoedprofessionals
Waar: Buitenplaats Vreedenhorst, “De Schuur” Bergseweg 18, 3633 AK Vreeeland, www.vreedenhorst.nl
Toegang: gratis na opgave via info@groenpartners.nl

Waardevol groen

Woensdag dus de Platform Groen Erfgoed bijeenkomst met het thema ‘nieuwe ontwikkelingen op de buitenplaats‘. Ik had het al eerder wil opvoeren, maar met dit thema zeker even te noemen: het boek Waardevol Groen.

Een publicatie met ruim honderd ideeën over nieuwe [vele zult u (her)kennen] financieringsvormen en manieren om geld te verdienen met natuur en landschap. Aan de basis van het boek stonden zeventien interviews met particuliere natuurbezitters die uit de doeken doen hoe zij hun landgoederen rendabel houden. Dit doen zij onder meer door het vermarkten van verblijfsrecreatie, vergaderlocaties, exclusieve streekproducten, landgoedfairs en houten schuren en golfbanen. In het boek staan ook tips aan overheden, waaronder het ontwikkelen van integraal, gebiedsgebonden beleid, dat alle relevante thema’s aan elkaar koppelt. Als daarbij alle informatie via één loket wordt aangeboden, hoeven initiatiefnemers niet langer allerlei afdelingen langs om keer op keer hun verhaal te vertellen.

Het boek is uitverkocht, maar wordt op navolgende wijzen aangeboden:
Boek Waardevol groen (pdf)

Samenvatting boek Waardevol groen (pdf)

Boek Waardevol groen (online)

Zie ook www.innovatienetwerk.org.  JH