Cascade voorjaarsexcursie 2011


Berbice  Foto: Niek Ravensbergen
Persoonlijk waren mijn verwachtingen niet zo hooggespannen. Reden? Onbekend maakt onbemind. Berbice, natuurlijk met een geschiedenis. Pieter de la Court van der Voort, de oranjerie, de boekweitdoppen, maar verder…?Maar wat zat ik ernaast, gelukkig. Twee mooie plekken! Berbice met zijn opgedeelde park, die mooie oranjerie en een huis waar verval op de loer ligt, maar er gelijktijdig sprake is van een verstilde pracht. En het park van Huys te Warmond, indrukwekkend. Aldaar lopend is het alsof je even weg bent, weg uit het drukke, haastige westen van ons land. En die mooie open grasvlakte. Zo mooi kan gras zijn! Met een heester- / bosrand, met hier en daar een toefje kleur.
En als de begeleiding puik is, de organisatie als een trein loopt en de zon ook nog eens een groot deel van de dag schijnt, ja dan is het af.  Jan Holwerda

Ook deze keer heeft Niek Ravensbergen een hele serie foto’s genomen. Hier te zien.


Op Huys te Warmond  Foto: Niek Ravensbergen

Leergang Groen Ruimtelijk Erfgoed

Al wel bekend, maar ook hier nog even de vermelding. Omdat er aangegeven werd dat het lastig is/was info te vinden.

Kees BvB en Jan-Willem E. hebben het de afgelopen tijd al her en der aangegeven. De HBO-cursus Groen Ruimtelijk Erfgoed (voorheen Tuinkunst en Parken) die in Utrecht te volgen was, kent een opvolger. Bij voldoende aanmelding start op 6 oktober 2011 de Leergang Groen Ruimtelijk Erfgoed in Den Bosch. Aan de HAS KennisTransfer.
Als in eerdere jaargangen een drietal modules:
– module historische tuinkunst en landschapsarchitectuur, interpretatie ontwerp en vormgeving;
– module historische horticultuur en hovenierskunst, technische uitvoering en vormgeving;
– module rentmeesterschap, besturen en beheren.
De opleiding omvat colleges (40 uur), lezingen en excursies, veld- of studiedagen (50 uur) en projectbegeleiding (12 uur). Daarnaast dient u rekening te houden met een redelijke zelfstudie buiten de colleges om. Na met goed gevolg afgeronden van een tentamen en een projectopdracht, ontvangt u het diploma Groen Ruimtelijk Erfgoed, erkend door De Vereniging i.o. van Groen Erfgoed Vakspecialisten.

Zie de website van HAS KennisTransfer Aldaar valt ook een studiegids te downloaden, na registratie.

Verboden


Sportbeoefening in groepsverband verboden.  Foto: Ron Hoek

Kort geleden nam ik deel aan een excursie in het Zuid-Hollandse. Daar liepen we een bord tegen het lijf met een regel die ik nooit eerder had gezien: Sportbeoefening in groepsverband verboden! Dacht, leg ik vast, kan ik vast nog eens als geintje gebruiken. En jawel nog geen twee weken later lees ik onderstaande tekst en dacht ik een leuke match te hebben. Blijkt de geheugenkaart kapot te zijn. Gelukkig was Ron Hoek, webmaster van www.noordwijk.com, bereid een nieuwe foto te schieten.

In het Het boek der opschriften van Jacob Lennep, Johannes Gouw uit 1869 wordt onder anderen gesproken over een bord in een tuin:

Een opschrift van anderen aard kan men lezen in een tuin, die zich even buiten Amsterdam bevindt en aan een societeit behoort.
Aan het einde van dien tuin, die dagelijks door een aantal personen van allen leeftijd, maar vooral door tal van kinderen en kindermeiden xe2x80x94 pardon! wij meenen kinderjuffrouwen; de hedendaagsche dames vertrouwen hare kinderen aan geen meiden meer toe! xe2x80x94 bezocht wordt, bevindt zich een klein, modderig eilandje en naast het bruggetje, dat er heen geleidt, staat een paal met deze waarschuwing:

VERBODEN TOEGANG VOOR KINDEREN ZONDER GELEIDE.

't Spreekt van zelf, dat het Bestuur, 't welk dien paal liet zetten, van de onderstelling uitging, dat ten gevolge van het "verbeterd onderwijs" alle kinderen, zoodra zij loopen, ook lezen kunnen. Toch zijn er nog uitzonderingen: en wat gebeurt er?
"Kinderen zonder geleide", die niet lezen kunnen, loopen het bruggetje over in hun onnoozelheid.
"Kinderen zonder geleide", die wel lezen kunnen, loopen het evenzeer over, xe2x80x94 juist omdat het hun verboden wordt.

Een boek om zo af en toe met een grote grijns een aantal bladzijden in te lezen.  JH

Bijzondere anmerkinge om de gronden wel te bereiden…, G. Bloemhoff (1771)

Komende week is er weer een veiling bij Bubb Kuyper. Magazijn van tuin-sieraaden van Gijsbert van Laar staat er tussen. De uitgave door Noman (1819). Heel leuk, maar Van Laar wordt vaker aangeboden. Veel specialer lijkt een manuscript van ene G. Bloemhoff: Bijzondere anmerkinge om de gronden wel te bereiden; de gebreikige te verbeeteren, en met keurige vrugt boomen en laaningen te beplanten. Waar bij gevoegt is Ene verhandelinge Aangaande het snoeijen, en voort-teelen van vrugt, en wilde boomen. In zonderheit eene nette beschrijvinge om Jaarlijks overvloedig Druijven in openlugt te hebben (…). Alles in de tijt van vijftig Jaaren ondervonden, aan geteekent en omstandig Beschreven (1771).

Kuyper zegt:
Interesting manuscript, containing extensive and detailed practical information on gardening, but also including portions on gardening in relation to the stars, planetary influence on gardening, weather forecasting on the basis of the clouds, the winds, the air, types of snow etc. The structure of the manuscript is as follows: I. (3) preliminary pages consisting of manuscript copies of 3 pages of the second part of the manuscript (p.143, 144 and 179); (5) blank pages; II. (44) unnumb. preliminary pages; III. 275 pages (numb. 1-199 and 100-174); 1 unnumb. page; IV. (38) letterpress pages (incl. several (full-p.) woodcut/ engr. ills.). The second part consists of various rhyming verses on the seasons, the months and also contains weather lore on rhyme (“Komt kers-tijt met een nieuwe maan, Een vrugtbaar Jaar volgt daar aan, Maar neemt de Maan af of is vol, Men zeit een quaad Jaar volgen sal”) and weather prognostications. The third part deals extensively with botanical matters, types of soil, various kinds of fruit trees and flowers, vinyards etc. Then follows a section in which the presumed author’s name, G. Bloemhoff, appears (on p.127[=227], under the title of the chapter called: “De profijtelyke Hovenier Aanwijsende de tijt en manier om een Hof te bezaaijen en te beplant.”) (the author’s name is also given in pencil on the title-p. of the manuscript); this chapter is followed by a section headed: “Tot een toegift, volgen. De Twalf Maanden van ’t Jaar als meede een Hoveniers-Almanach”. The final (printed) 38p. consist of various sections of Den Verstandigen Hovenier by P. Nyland (Amst., M. de Groot, ±1670). Nothing could be traced on the author G. Bloemhoff. A small old owner’s ticket is bound before the first page: “Ce livre appartient à J.C. Stevens Native d’Holland”.
Lees ook hier.  JH

Beeckestijn, aftellen geblazen.

Nog acht dagen voor de opening geeft de teller van de website van Beeckestijn podium voor Tuin- en LandschapsCultuur vandaag weer. Maar er is nu ook inhoud. Achter de eerste page hangt nu een complete website. En daarmee is gelijk meer duidelijkheid over de vaste expositie, de (eerste) wisselexpositie, geplande activiteiten en mogelijkheden welke Beeckestijn zoal te bieden heeft.  JH

Hakken en zagen met ex-keizer Wilhelm II.

Vorig jaar zomer bracht ik een bezoek aan Huis Doorn. Een rondleiding door het huis, verrassend klein voor een gewezen keizer. En het park om het huis door. Een klein detail sprak me erg aan. In de kelder werd een filmpje afgespeeld, 30 sec maar, met fragmenten van de hakkende en zagende Duitse ex-keizer Wilhelm II. Dit deed hij op een dusdanige schaal dat na verscheidene jaren het oorspronkelijk bosrijke landgoed van Huis Doorn grotendeels ontbost was en er van buitenaf te veel inkijk ontstond.

De website van Huis Doorn biedt een flinke digitale fotocollectie. Met onder meer foto's van de holzplatz. Ook zijn er video's te vinden, maar dat ene filmpje vond ik nou net niet. Wendy Landewé van Huis Doorn wees mij toen op een filmpje op YouTube. In dat filmpje, na 30 sec, begint ex-keizer Wilhelm te hakken, later te zagen en houtblokken te werpen. Naar men zegt liet Wilhelm steeds met trots aan bezoekers zien hoeveel bomen hij per dag kon 'verwerken'. Alles doet ex-keizer Wilhelm met rechts; hij was gehandicapt aan zijn linkerarm. Maar kijk vooral zelf naar het filmpje, hieronder of op YouTube.

Op oude filmpjes is meer te zien, zo ook hier: een tuinbank, de holzplatz, beelden in het bos en in de tuin, de plaatsing van de tuinvaas, een nieuw tuinhek enz.  JH


Gemaakt door Ralph Lauren

Archeologisch onderzoek Trompenburgh (‘s-Graveland)

Eerder schreef Carla Oldenburger al over Trompenburgh en de indeling van de buitenplaats die in grote lijnen nog steeds structuren uit de Hollands classicistische periode vertoont. Ook werden de plattegrond en vogelvlucht van Trompenburgh uit ca. 1704 genoemd; zie weblog 10 juni 2009.

Als onderdeel van de KNOB studiemiddag over richtlijnen voor tuinhistorisch onderzoek (sept 2010) gaf Eric Blok een presentatie van het door SB4 uitgevoerde tuinhistorisch onderzoek betreffende Trompenburgh. Eric schetste, mede aan de hand van genoemde vogelvlucht en plattegrond, een beeld van de opbouw van huis en tuin, van het maatsysteem en de relaties tussen binnen en buiten.

En nu vond twee maanden geleden (op 10 en 11 februari) op Trompenburgh grondradaronderzoek plaats. Een grondradar is een soort sonar die structuren in de ondergrond in beeld kan brengen zonder dat hiervoor hoeft te worden gegraven. Het onderzoek richt zich op de vraag wat er nog intact is van de oorspronkelijke structuren van de buitenplaats. Dit voorjaar zullen de bevindingen, de toekomstvisie en het voorlopig ontwerp van het herstelplan gepresenteerd worden. Ben benieuwd.

Grondradaronderzoek om kasteelterreinen te lokaliseren en vast te leggen is en wordt veel gedaan, was er niet een landelijk project? Maar zijn er meer voorbeelden van grondradaronderzoek als onderdeel van tuinhistorisch onderzoek? Eerder verhaalde ik over Archeologisch onderzoek naar kasteeltuinen Montfort (Limburg); 1, 2, 3.  JH

Zo’n ‘hulstprieel’ ooit gezien?

Kasteel Hackfort is sinds het stinzenplantenproject van Trudi Woerdeman (zie weblog 7 maart 2011) een geliefd uitje voor liefhebbers van bostuinen en voorjaarsbloemen. Vorig weekend was ik er weer en toen viel me iets heel anders op, namelijk een merkwaardig opgesnoeid hulstprieel (noem ik het maar).
Het is ten zuiden van het kasteel gesitueerd (waar bezoekers geen toegang hebben), vlakbij de ingang van de zuid-westelijke toren. Het valt niet moeilijk te raden wat de functie van dit bosje is, het vormt een schaduwrijk plekje voor de bewoners in de middag- en avondzon. Jammer genoeg heb ik in het Regionaal Archief Zutphen en in het Gelders Archief geen oude afbeeldingen kunnen vinden. Ik schat dat dit hulstprieel uit de eerste helft van de 20ste eeuw dateert; het kan natuurlijk ook een vervanger zijn van een eerder prieel uit de negentiende eeuw.


Hulstprieel bij kasteel Hackfort.  Foto: Carla Oldenburger, 2011

Ik heb natuurlijk verder gezocht op internet, om te kijken of ik plaatjes van een dergelijk tuinfenomeen kon vinden. Ik vind een prieel van eik op Trompenburg in Rotterdam (van Quercus robur pendula), die de opvolger is van een oorspronkelijke treures op die plaats en volgens de tekst al in ca. 1820 was geplant (zie hier). Het gaat hier om één boom (niet om een groepje zoals bij Hackfort), die door een lattenwerk geleid is in de vorm van een prieel. Bekend, maar wat me weer verbaasde was dat zo’n prieel al zo vroeg voorkwam.


Eikenprieel Trompenburg Rotterdam. Oorspronkelijk uit 1820.  Foto: Bert Boom, 2005

Als je eenmaal gebiologeerd bent door iets dat je is opgevallen, blijf je overal kijken en kom je het ook overal tegen. Kennen jullie dat? Gisteren kwam ik dus binnen een week weer zo’n groepje hulstbomen tegen, en wel op de Algemene Begraafplaats in Coevorden. Er waren zelfs meer van deze groepjes hulst. Eerst dacht ik, weer zo’n hulstprieel tegen de zon, maar de plaats aan de rand van de begraafplaats, en bovendien onder een grote beuk, klopte niet met deze veronderstelling. Hoe dan ook, de hulstgroep bij kasteel Hackfort lijkt me iets bijzonders, dat ik in deze vorm nooit ben tegengekomen. Wie wel voorbeelden weet, mag het zeggen.  CO.


Hulstgroep op Begraafplaats Coevorden.  Foto: Carla Oldenburger, 2011