De verborgen duiker bij Kasteel Duivenvoorde


De 3de boomstam, kasteel Duivenvoorde (Voorschoten)  Foto: Trudo Bosch

Op woensdag 18 april 2007 heb ik op uitnodiging van dhr. A. Slot, beheerder van Kasteel Duivenvoorde, een bezoek gebracht aan Kasteel Duivenvoorde te Voorschoten. Volgens Slot hadden medewerkers van de firma van der Holst & Zn uit Wassenaar een holle boomstam uit de wand van de vijver gehaald en of ik interesse had om deze te komen bekijken.
De firma heeft in het voorjaar van 2007 de vijver rond kasteel Duivenvoorde uitgebaggerd en er een nieuwe beschoeiing in aangebracht. Bij het afgraven van overtollig zand uit de wand van de vijver werd de boomstam in de wand aangetroffen. Het betreft hier het gedeelte van de vijver tussen het kasteel en de loopbrug aan de achterzijde van het kasteel.

Eén boomstam was inmiddels uit de vijver gehaald omdat deze de werkzaamheden aan de beschoeiing ernstig verstoorde. Bij navraag kreeg ik te horen dat er nog twee  boomstammen in de vijverwand aanwezig waren, deze zouden later weer geheel ondergegraven worden. Daar het geheel al verstoord was heb ik aan de firma van der Holst gevraagd, indien mogelijk, ook deze twee boomstammen te bergen en de boomstammen over de beschoeiing in de vijver leggen. Met hun welwillende medewerking is dit bij de 2e en 3e boomstam uitgevoerd en hebben ze de boomstammen in de vijver gelegd. Deze boomstammen kunnen nu nader worden onderzocht, eventueel worden geborgen en bewaard blijven voor verder onderzoek.

De 1e boomstam loopt weg in de wand van het kasteel, is niet geborgen en zit dus nog op de originele locatie.
De 2e boomstam heeft een lengte van ca 2,50 meter en een diameter van ca 30 cm en is over de gehele lengte uitgehold. Op één kopse kant is hij haaks afgezaagd en op de andere kopse kant zodanig van de buitenbast ontdaan dat er een holle pen met een diameter van ca 20 cm ontstaan is.
De 3e boomstam liep richting het kasteel, heeft een lengte van ca 2,50 meter en een diameter van ca 30 cm en is over de gehele lengte uitgehold. Op èèn kopse kant is hij haaks afgezaagd en voorzien van een smeedijzeren band met een dikte van ca 1 cm en een breedte van ca 3 cm. De andere kopse kant is grof afgewerkt en het lag dus niet in de bedoeling deze op een volgende boomstam aan te sluiten. Deze grof afgewerkte kant lag op een fundering van op elkaar gestapelde stenen. De niet opgemetselde stapel stenen met de maten 18 x 9 x 3,5 cm lagen in 3 lagen op elkaar en vormden een vierkant met zijden van ca 40 cm.
Daar de 2e boomstam voorzien is van een holle pen kan de 3e boomstam over deze pen geschoven worden. Tussen de zogenaamde pen/gat verbinding zat een vlasachtig materiaal (bewaard gebleven) en voor de verdere afdichting was er een smeedijzeren band aangebracht. Van het vlasachtige materiaal is nog niet bekend of deze bewust ingebracht is of dat deze via natuurlijke weg ingegroeid is.


De 2de boomstam, kasteel Duivenvoorde (Voorschoten)  Foto: Trudo Bosch

De tuinen van kasteel Duivenvoorde in 1669-1771.
Toen Arent van Wassenaer in 1707 Duivenvoorde van zijn vader Jacob erfde, was hij de vertrouweling van Willem III en benoemd tot superxe2x80x93intendant van zowel de koninklijke tuinen  in Nederland als in Engeland. Als groot kenner van de Franse tuinkunst adviseerde hij de koning-stadhouder over nieuwe ontwerpen voor de verschillende paleistuinen. In 1708 werd er aan het Hoogheemraadschap van Rijnland een verzoek gedaan om de Dobbewatering ter hoogte van Duivenvoorde een stukje te vergraven. Met deze vergraving werd het park afgesloten met een uitspringende halve boog in het noordwesten, vrijwel in het midden van een rechthoekig, dichtbeplant bosquet, uitgelegd in de polder aan de noordwestzijde van het park. Deze uitleg was aan het einde van een drievoudige gracht voorzien, waardoor het geheel veel weg had van een bastion. Omdat de drievoudige gracht een onderdeel van de verlengde Dobbewatering was, moest het water via dammen en duikers worden gereguleerd. Landmeter Jacob de Sauvage kreeg in 1798 van het Hoogheemraadschap van Rijnland opdracht dit gedeelte in kaart te brengen. In 1964 maakte Anco Wigboldus een vogelvlucht van park Duivenvoorde, (naar situatie van ca. 1717 ) gezien vanuit het noordwesten. (collectie Duivenvoorde)
Bron: De Leidse Lustwarande, geschiedenis van de tuinkunst op kastelen en buitenplaatsen rond Leiden, 1600-1800, door Henk Rijken.

Een duiker is een kokervormige constructie, gelegen in wegen of toegangsdam, die is bedoeld om wateren met elkaar te verbinden. Bij een duiker wordt in principe de bodem van de watergang onderbroken, dit in tegenstelling tot een brug. Duikers worden tegenwoordig gemaakt van beton of (plaat)staal. In het verleden werden ook gemetselde duikers gemaakt en hout was vroeger ook een veel gebruikt materiaal.
Gezien het bovenstaande kunnen we tot de conclusie komen dat de bij kasteel Duivenvoorde aangetroffen boomstammen vermoedelijk onderdelen geweest zijn van de toen aangelegde duikers in de tuinen en dat deze de diverse grachten en/of vijvers met elkaar verbonden moeten hebben. Eventueel nader onderzoek zal hier een sluitend antwoord op kunnen geven.

Met dank aan de medewerkers van de firma van der Holst & Zn te Wassenaar.
Trudo Bosch