Azaroolboom en Lambertsnoot, nieuws over Vroom-tuinen


Haren, Villa Volonté (1904)

Inleiding
In de tweede helft van de negentiende eeuw zijn, ook in Noord-Nederland, veel tuinen aangelegd in de late landschapsstijl ; in Groningen noemen we ze xe2x80x9cslingertuinenxe2x80x9d. Nu de rekeningenboeken van  boomkwekerij Bosgra te Bergum boven tafel zijn gekomen weten we dat twee belangrijke tuinarchitecten uit die tijd, Gerrit Vlaskamp en Jan Vroom sr., de benodigde bomen en heesters bij Bosgra bestelden en daar waren heel bijzondere bomen bij. Iedere rekening vermeldt de naam van de opdrachtgever, zijn of haar woonplaats en, indien van toepassing, de naam van de betrokken tuinarchitect .

Met enig zoek- en puzzelwerk, en met hulp van diverse historische kringen, was het mogelijk te achterhalen welke tuinen van villaxe2x80x99s/buitenplaatsen (8) en welke van boerderijen (6) door Jan Vroom sr. zijn aangelegd met plantmateriaal van Bosgra. Het betreft in alle gevallen tuinen, die na 1890 zijn aangelegd. De late landschapsstijl is dan over haar hoogtepunt heen en geleidelijk verschijnen de eerste mozaïekbedden:  de gemengde tuinstijl dient zich aan.

Beplanting
Een groot deel van de soorten die Bosgra leverde is niet eerder in een Vroom-tuin  aangetroffen. Wat verder opvalt bij de keuze van het plantmateriaal is de grote verscheidenheid aan bladkleuren ; variëteiten met rood, geel, zwart of bont blad waren kennelijk geliefd en voorhanden. Bij gebrek aan compleet uitgewerkte ontwerp-tekeningen is niet meer te achterhalen hoe die bonte verscheidenheid aan bomen en heesters gegroepeerd was.  
Kijkend naar de plantenlijst voor Villa Volonté (met 175 verschillende bomen en heesters) zien we dat van een aantal soorten maar één exemplaar is besteld, zoals het geval is met de treurbeuk, de pagodeboom en de lijm-acacia. Deze zijn vanwege hun fraaie vorm ongetwijfeld als solitair geplaatst en niet in een groepje met andere soorten. Anders ligt dit voor hulst, jeneverbes en taxus, die in veel grotere aantallen zijn aangeschaft. Groepering in een perk van één soort ligt voor de hand. En iets daarvan is op de oude fotoxe2x80x99s en ansichtkaarten van de tuin van villa Volonté ook wel terug te vinden.
Verbluffend is dat binnen één geslacht soms wel 10 tot 20 verschillende soorten werden  toegepast: voor  de tuin van notaris Hofstede in Grootegast werden 10 verschillende soorten eiken besteld en voor de tuin van villa Hilghestede 17 soorten esdoorns. Anders dan in het begin van de late landschapsstijl worden steeds meer coniferen aangeplant en niet alleen taxus en moerascypres, maar ook den en larix, thuja en jeneverbes, cypres, ginkgo en zilverspar vinden hun weg naar de grote tuinen. Tenslotte, vaste planten komen maar op drie rekeningen voor; bij villa Volonté is sprake van xe2x80x9c25 vaste plantenxe2x80x9d en we moeten maar raden welke bedoeld zijn. Voor villa Hilghestede worden meer  vaste planten genoemd waaronder, opvallend genoeg, een aantal gras-achtigen, zoals Bambusa, Arundo, Eulalia  en kafferkoren (Andropogon formosus).   Voor de tuin van Vredenrust (het latere Huize Tavenier) zijn er vele met naam en toenaam genoemd zoals o.a. Campanulaxe2x80x99s, riddersporen, anjers en daglelies.

Aanleg
Van vier tuinen is tot nu toe een plan van aanleg van Vroom gevonden, gekenmerkt door grillig gevormde vijvers en perken; dit  in tegenstelling tot de eenvoudige ronde of ovale vormen die eerder in de landschapsstijl gebruikelijk waren. Midden voor het huis ligt een eenvoudig mozaïekperk. Hoewel het ontwerp voor de tuin van villa Volonté nog niet is gevonden kennen we wel het uitbundige mozaïekperk dat een groot gedeelte van de voortuin in beslag nam: het prijkt op heel wat oude ansichtkaarten.

De tekst met een overzicht van Vroom/Bosgra tuinen, een lijst met bijzondere bomen en heesters in Vroom/Bosgra tuinen rond 1890 en meer afbeeldingen en kaarten is samengevoegd tot een pdf document, klik hier.

Tineke Scholtens-Ter Haar
met dank aan Eric Blok, Anita Dijkstra en Aly Westra-van der Mark.


Haren, Villa Volonté met mozaïekbed