Deze zomer wandel ik nogal eens door het Vondelpark. Interessant om te zien waar alle studies en restauratieplannen de afgelopen 10 jaar toe hebben geleid.
Op de website van de St. Architectuurgeschiedenis VU, staat te lezen dat aan de landschapsarchitect ir M. van Gessel en aan dr Erik de Jong werd gevraagd te assisteren bij de interpretatie van de geschiedenis van het ontwerp van het Vondelpark, zowel 'in situ' als vanuit de historische documentatie. Over die interpretatie van de geschiedenis van het ontwerp had ik wel eens wat meer willen horen en lezen, want nu zijn er juist wat opvallende zaken die ik helemaal niet meer begrijp. Enige opvallende zichtbare vernieuwingen zal ik hier heel kort bespreken.
We worden door de Stedemaagd bij de ingang -aan de kant van de Stadhouderskade- uitgenodigd het park binnen te gaan. Van dit beeld is een kopie gemaakt door beeldhouwer Ton Mooij, in Bentheimer zandsteen. Het oude beeld van zachter Luxemburger zandsteen stond op dezelfde plaats sinds 1883, ter ere van de Wereldtentoonstelling op het Museumplein. Als we de hekken zijn gepasseerd, valt onmiddellijk op dat grote zwerfkeien tegenover de portierswoning het xe2x80x98rivierlandschapxe2x80x99 van het Vondelpark inleiden.
Vondelpark met rechts de zwerfkeien Foto: Carla Oldenburger-Ebbers
Ik begrijp hier niets van. De zwerfkeien gaan over in losse en gestapelde oude stoepranden (die waren kennelijk over op de gemeentewerf?), die langs een namaakbeek met kiezels (het voetpad langs de oostgrens) de weg wijzen en ook als zitplaatsen fungeren.
De losse en gestapelde oude stoepranden Foto: Carla Oldenburger-Ebbers
Ter hoogte van de Constantijn Huygensstraat aan beide zijden van de rijweg, stort water over een grote xe2x80x98natuurlijkexe2x80x99 cascade naar beneden, en ook hier weer plateaus en trappen van oude stoepranden voor de avontuurlijke zitters. Hoort dit alles nu in het Vondelpark? En heeft dit beeld nu werkelijk iets met de historie te maken? Ik heb altijd begrepen dat het eerste deel van het park de sfeer moest hebben van een deftig wandelplantsoen en het tweede deel met de grote vijver meer de natuur wilde nabootsen. Maar voor mijn gevoel hebben de zwerfkeien en de xe2x80x98beekxe2x80x99 met de stoepranden mijn beeld van een wandelplantsoen nu geheel op zijn kop gezet. Wie het begrijpt mag het zeggen.
Wat de beplanting betreft heeft Hanneke Schreiber (c.s.) ons in Cascade Bulletin 16 (2007), nr. 1, p. 39-45, ingelicht. De resultaten zijn duidelijk. Het schaamgroen onder de bomen en in de perken is overal vervangen door kleurige bloemrijke heesters, bloemplanten en decoratieve (blad)planten. Vondel is door een kleurrijke onderrand in de bloemetjes gezet. De bezoekers genieten hier ook zichtbaar van. Er is zelfs op enkele plaatsen geprobeerd een oplopend Pückler-perk te creëren (bloemen, heesters en een boom in het midden), maar erg geslaagd zijn deze perken niet te noemen. De bloemheesters zijn werkelijk een grote verbetering, alleen zijn ze naar mijn oordeel veel te dicht op elkaar geplant.
Toegevoegde heesterbeplanting. Foto: Carla Oldenburger-Ebbers
Wat ook nog opvalt is dat langs waterpartijen veel (semi)natuurlijke oeverbeplanting is toegepast en dat op sommige plaatsen de scheidingsperken (waarin van oudsher bomen waren geplant) tussen rijweg en voetpad verdwenen zijn,
Vondelpark in 1914, met rechts beplanting tussen rijweg en voetpad
Foto: Stadsarchief Amsterdam
zodat de scheiding tussen rijweg en voetpad is vervaagd en je zo af en toe een ommetje om een boom moet lopen. De reden voor deze verandering is, dat zo het voetpad breder is geworden t.b.v. de rolstoelgebruiker. Ik hoop dat de fotoxe2x80x99s het een en ander verduidelijken. CO
Een scheiding tussen rijweg en voetpad is niet meer. Foto: Carla Oldenburger-Ebbers