Prachtig weer en niets te doen?

Zondag 31 mei, Dag van het Park 2009.
Maandag 1 juni, Dag van het Kasteel 2009

De Dag van het Park is een initiatief van de ANWB (sinds 2005). Deelnemende gemeenten geven zelf invulling aan de Dag van het Park. Dit jaar onder het thema ‘Spring  in het park’. De website Dag van het Park geeft de deelnemende gemeenten weer en via links komt u op de programma’s.

Dag van het Kasteel vindt plaats onder de vleugels van de Nederlandse Kastelenstichting. Op ruim 80 locaties in Nederland, op en rond de Tweede Pinksterdag. Dit jaar is het thema Het Historisch Interieur. De website van de Nederlandse Kastelenstichting laat zien welke kastelen deelnemen en wat de programma’s zijn.  JH (voel me nu net Meta van Lekker weg in eigen land)

Bijdragen gevraagd voor groennummer Monumenten

Voor het maandblad Monumenten ben ik op zoek naar auteurs die willen schrijven over groen cultureel erfgoed. In Monumenten verschijnen artikelen over uiteenlopende onderwerpen met betrekking tot cultureel erfgoed en het blad richt zich vooral op beleidsmakers van overheden en door eigenaren van cultureel erfgoed. Eén van de nummers heeft xe2x80x98monumentaal groenxe2x80x99 als thema. In 2009 verschijnt dit groene themanummer in december.

Insteek van de artikelen is het belang van behoud en restauratie/renovatie van tuinen en parken. Bij voorkeur moet dit groen openbaar toegankelijk zijn of in ieder geval een brede, beleidsmakende, doelgroep aanspreken.

Wie interesse heeft, kan contact opnemen met Marian Lenshoek via marian@lenshoek.com. Reacties graag voor 15 juni.

Bezoek aan Beekhuizen (Velp)


De waterval van Beekhuizen (Velp)  Foto: Laura Fokkema
Daar waar ca. 1790 de grote waterval als op het Cascade logo was.

Na het bezoek van afgelopen zaterdag aan Biljoen restte ons Beekhuizen. Natuurlijk, zou ik zeggen en dat in vele opzichten. Hoe kan het allemaal lopen, nog geen twee jaar geleden op excursie met de Hogeschool Utrecht. Een excursie met Trudi Woerdeman, en wat voor een! Na een geweldige hoosbui werd het droog, het water stroomde langs alle wegen door Velp, behalve waar het hoorde te lopen. Starten bij de waterval die we allemaal zo vaak afgebeeld zien, wat een teleurstelling, zelfs de regen kon er geen verandering brengen, het beeld van het lekkende kraantje van Beekhuizen, ik zal het nooit vergeten. Door de modder ploeteren naar de eerste plek van betekenis; Philemon en Baucis en een gedicht van Trudi. Dus zo was het park bedoeld en zo hoor je het te beleven. De natte modderpaden veranderde in spannende weggetjes en kruiste de romantische beekjes met een gecreëerde schoonheid. Trudi verstaat de kunst je een park te laten beleven en dat hebben we gedaan. Mijn eerste ervaring met het park Beekhuizen, en wat voor één!

De tweede ervaring komt in geschrift. Met het tuinhistorisch onderzoek naar landgoed De Viersprong struikelen we ( Arinda en ondergetekende) over een brief van de dochter van de Utrechtse burgemeester H.M.A.J. Van Asch van Wijck. Zij beschrijft op 2 juli 1838 het landgoed Biljoen als volgt;
xe2x80x9dWaarde Papa, Onze reis is zeer plezierig en voorspoedig geweest, en u kent Gelderland te goed, om niet te begrijpen, welke indruk zijne lieve plaatsen op mij gemaakt hebben. Vooral trof de bevallige ligging van Arnhem mij zeer. Ook de omstreken van Velp zijn beelderig schoon en Rosendaal waar wij gisteren naartoe zijn geweest vond ik ook zeer lief. xe2x80xa6xe2x80xa6 Ik heb gisteren op Biljoen gewandeld alwaar ik het zeer lief vond. xe2x80xa6..    Uw onderdanige en gehoorzame dochter, C.A.A.L Van Asch van Wijck
Ook toen was Biljoen en het gehele Gelders Arcadië in trek om te wandelen en te bezichtigen, kortom zoveel is er niet veranderd. Al was het dat mijn dochter nog nooit een brief op deze wijze ondertekende!

Beleving is het sleutelwoord voor mij als het gaat om Beekhuizen. Een mooie dag en na het prachtige Biljoen van binnen te mogen aanschouwen, zijn we er klaar voor. Een kleine excursiegroep werd gevormd om onze webmaster die natuurlijk zijn huiswerk weer had gedaan. Op naar het romantische Beekhuizen.
Helaas voor iedereen spatte de romantische zeepbel na vijf minuten uiteen toen duidelijk werd dat Jan niet alleen snel kan beschikken over kaarten en gegevens maar ook beschikt over een bijzonder snelle pas. Her en der zagen we prachtige cascade’s en vonden we snel het punt waar de inlaat was geregeld om de beekjes op het landgoed Biljoen te kunnen voeden. Nadat Laura bij de eerste oversteek net niet in de beek belandde was het duidelijk, xe2x80xa6 dit wordt werken vanmiddag.  Aangekomen in het park Beekhuizen kwamen de eerste kaarten boven water en werd op, geheel democratische wijze, door Jan xe2x80x9cvoorgesteldxe2x80x9d een route van twee uur te lopen. Toen we wilde antwoorden bleek Jan reeds op weg.  Het gemêleerde gezelschap van zes mensen was precies groot genoeg en voorzien van voldoende inhoud om nu eens te gaan kijken wat er nog te vinden is van het oude park en wat er nu eigenlijk mee zou moeten gebeuren. Moet gezegd, het gezelschap was dermate interessant qua samenstelling dat ieder park bij voorbaat al een succes zou zijn. Ieder kijkt vanuit zijn of haar eigen vak of interesse naar het park, ieder heeft er ook zijn eigen mening over. En ieder denkt weer aan andere mogelijkheden en heeft andere inzichten. Samen kom je dus verder, een beetje verderxe2x80xa6? Nee, stappen met zevenmijlslaarzen.

En wat we dan wel zagen? Oude paden, open dicht verhoudingen, plekken met sierheesters, cascade’s, bruggen, doorzichten xe2x80xa6 we zagen restanten van tuinkunst. Waar we over spraken? Voornamelijk over de noodzaak deze schoonheid met anderen te delen en mensen te wijzen op hetgeen hier is gemaakt. Kijken met andere ogen, de schoonheid van een oude boom, de dynamiek van water, de verbazing over een aantal scheef geplante bomen in de oevers. Hoe is het gemaakt, wat was de bedoeling, hoe er nu mee om te gaan? Zelf kijk ik als tuinbaas vooral naar de uitvoeringsmogelijkheden en problemen die gaan ontstaan tijdens het werk. Hoe te voorkomen dat reconstructie ontwaard in een afbraak van alle natuur- en cultuurwaarden. De herstelde cascade’s op Laag Oorsprong hebben bij mij nog steeds de uitwerking, was er maar nooit aan begonnen. Hoe het zware materieel zijn sporen achterliet in de bodem op de Cannenburgh, dat mag hier toch niet gebeuren. Meest waardevol van deze middag, een heerlijke wandeling met experts in historisch groen, praten over en begrijpen van elkaars standpunten en gedachten. Een verrijking voor de geest.  Richard Zweekhorst

Meer foto’s, gemaakt door Laura, staan op Picasaweb.


Blik van boven de cascade over de grote vijver  van Beekhuizen (Velp).  Foto: Laura Fokkema

Biljoen, Cascade voorjaarsexcursie, mei 2009


Geldersch Arkadia, P. Nijhoff (1825, 3e druk)  Bron: Geldersch Archief
Wat moet je zeggen over de excursie van afgelopen zaterdag? Zoveel gezien, gehoord en ervaren…Gekozen voor deze vorm; uw eigen herinneringen en indrukken van het interieur, foto’s van hetzelfde interieur uit 1914 (en een uit 2008), beelden van de wandeling om het kasteel van Niek Ravensbergen en de titelpagina Geldersch Arkadia van Paulus Nijhoff. Want was onze wandeling niet een als uit dit boekje? Startend in en door het kasteel, vervolgens om het kasteel en tot slot met een groepje van de ochtendexcursie een lange wandeling over Beekhuizen.

Toch een detailopmerking. Jorien Jas vermeldde al dat de grote stuczaal niet altijd compleet wit is geweest. Wat moet je je daar dan bij voorstellen? Vergelijk de foto uit 2008 (of uw herinnering aan zaterdag) eens met de beelden van dezelfde zaal uit 1914. Let op het plafond en op de smalle banen tussen het stucwerk op de muren.  JH

Klik hier voor album


Kasteel Biljoen  Foto: N. Ravensbergen

Speelhuis van de Nassaus te Breda


Speelhuis, vroeg 19de eeuws (Breda)  Bron: archeologie.breda.nl

Nieuws betreffende de Oranje’s doet het altijd goed en is overal en nergens terug te vinden. Zo ook het nieuws over de vondst van de fundamenten van het Speelhuis van de Nassaus te Breda (bv in BN DeStem).  En als de kreten jachthuis en Naussau aan te vullen zijn met stervormige warande, Speelhuislaan en maliebaan dan lokt dat iets verder zoeken uit.


Plattegrond Breda, detail met noordelijke bolwerken en buitengebied (1620-24)
D. Portius  Bron:  Stadsarchief Breda

Midden in het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) wordt ten noorden Breda een jachtslotje gebouwd. Twee jaartallen worden genoemd, 1618 en 1620, en twee stichters, Filips Willem en Maurits van Oranje-Nassau.

Het Speelhuis op de Konijnenberg had een achthoekige vorm en was het middelpunt van een aantal radiale lanen door het Belcrumbos. De toegangsweg liep vanaf vestingwerken van Breda naar het noorden en vervolgens in een knik naar het noordwesten om bij het Speelhuis te eindigen.

De bovenstaande kaart van Portius laat de stralen in het bos en de toegangslaan zien, maar ook de aanduiding Palmage; de Nederlandse verbastering van het Franse pallemaille of Italiaanse pallamaglio (Pal: Bal. Malie: Malleus. Latijn voor hamer), of te wel maliebaan. Vanaf de knik tot het Speelhuis bedraagt de lengte ook nog eens 750 meter; de lengte voor een maliebaan (als de Maliebaan van Utrecht).

In 1624 wordt het bos gekapt als voorbereiding op het beleg door Spaanse generaal Spinola. Maar Prins Willem II laat het sterrenbos in 1653 weer aanleggen.

Gedurende de Oostenrijkse Successieoorlog (1740-1748), in 1747, veroveren de Fransen Staats-Vlaanderen en belegeren ze Bergen op Zoom. Breda bereidt zich voor op een belegering. Willem IV vraagt nog wel om het sparen van de lanen, les bois taillis (hakhout) en les boies de haute fusaie (opgaand hout, 120-200 jr oud), maar alles rondom het Speelhuis gaat opnieuw plat.

Latere vermeldingen geven aan dat het vervallen Speelhuis in 1824 wordt verkocht en afgebroken. Kaarten laten opnieuw een sterrebos en laan zien en een uitspanning moet tot wandelingen vanuit Breda verlokken.

Tot slot geeft de Top. kaart 1925 het sterrenbos en de lange Speelhuislaan nog steeds weer. Maar 1935 toont dat Breda mee gaat in de vaart der volkeren; stadsuitbreiding, een industrieterrein, de Belkrumhaven, uitbreiding van spoorlijnen. De Speelhuislaan rest slechts als een straat en net naast het hart van het voormalige sterrenbos staat in 1935 treffend de naam  Slachthuis…  JH


Top. kaart (1830-50)  Bron: Nationaal Archief

Studiegroep Inventarisatie Tuinbeelden


Hercules (Landgoed De Tempel, Rotterdam)  Foto: Dennis de Kool

Oproep aan leden van Cascade in verband met oprichting Studiegroep Inventarisatie Tuinbeelden

Op 4 april jl. heb ik een presentatie verzorgd op de RTC met de titel ‘Beelden in het Groen’. Deze titel verwijst naar de vele ‘verborgen’ tuinbeelden die ons land rijk is. In deze presentatie is betoogd dat Nederlandse tuinbeelden doorgaans worden ondergewaardeerd. Een aannemelijke oorzaak is dat veel buitenplaatsen in de loop der tijd ontmanteld zijn. Op deze buitenplaatsen waren tuinornamenten een onderdeel van een harmonieus en doordacht tuinplan, waarbij het geheel meer was dan de som der delen. Voorbeelden zijn de gerestaureerde tuin van Paleis het Loo en het vermaarde landgoed Zijdebalen in Utrecht dat in 1819 is ontmanteld.

Tegen deze achtergrond is na afloop van de presentatie aan de aanwezigen gevraagd of er belangstelling bestaat om een studiegroep op te richten die zich in eerste instantie bezig gaat houden met het inventariseren van tuinbeelden in Nederland. Aan deze ambitie liggen verschillende overwegingen ten grondslag. De eerste overweging is de stellingname dat Nederland verschillende ‘beeldschone’ tuinsculpturen rijk is die het bestuderen waard zijn. Tuinbeelden zijn meer dan louter decoratie. De tweede overweging is dat vaak nonchalant met dit cultuurhistorische erfgoed wordt opgegaan. Veel tuinbeelden staan op ongeschikte locaties, zijn onderwerp van vandalisme of leiden een anoniem bestaan in museale depots. Tenslotte worden tuinbeelden doorgaans niet systematisch bestudeerd en is de beschikbare kennis versnipperd.

De meest voor de hand liggende stap van de beoogde studiegroep is het inventariseren van alle tuinbeelden in Nederland, inclusief de musea en depots. Op termijn zou deze ‘catalogus’ op het internet geplaatst kunnen worden, zodat een ieder deze lijst kan corrigeren, aanvullen of nuanceren. Uiteraard is een dergelijke inventarisatie geen doel op zich, maar een noodzakelijk startpunt om nieuwe inzichten te vergaren. Met behulp van een geactualiseerd overzicht is het wellicht mogelijk om beeldengroepen of xe2x80x93paren te ontdekken, zodat de oorspronkelijke harmonieuze tuincompositie gereconstrueerd kan worden.

Na afloop van de RTC hebben verschillende deelnemers aangegeven zich te willen aansluiten bij de studiegroep om vervolgstappen te kunnen zetten. Wie de RTC niet heeft bijgewoond, maar desondanks interesse heeft om mee te doen in de studiegroep en gezamenlijk een onderzoekslijn uit te stippelen, is van harte welkom om zich aan te sluiten! Belangstellenden kunnen zich bij mij aanmelden (Dennis de Kool, d_de_kool@hotmail.com). Uiteraard sta ik ook open voor kritische vragen, ideeën, hints of suggesties.


Diana (Landgoed De Tempel, Rotterdam)  Foto: Dennis de Kool

Rosa Spier-huis (2)

Na de eerdere weblog over Rosa Spier-huis door Leo den Dulk (wet. onderzoeker naar de werken van Mien Ruys), nu een reactie van de Nederlandse Tuinenstichting, verwoord door Piet Bakker. We hebben deze reactie niet geplaatst als reactie op de vorige weblog, omdat deze anders mogelijk aan uw aandacht zou ontsnappen. Om deze reden ook plaatste de webmaster onder de weblog van Leo den Dulk nog een extra verwijzing naar deze laatste reactie van de NTs. Cascade geeft graag gelegenheid aan andere deskundigen om alle standpunten voor het voetlicht te brengen.

Het Rosa Spierhuis in Laren (N.H.) is tot ver buiten onze landsgrenzen bekend als een uniek verzorgingstehuis voor oudere kunstenaars en aan kunst gerelateerde wetenschappers. Het huis wordt thans bedreigd door sloop en nieuwbouw. Als die plannen doorgaan zal de door Mien Ruys ontworpen tuin vernietigd worden. Het nieuwbouwplan heeft tot grote onrust geleid onder de bewoners, verscheidene omwonenden en vele anderen in ons land. In NRC Handelsblad en de Volkskrant verschenen artikelen waarin bewoners hun verontrusting uitten (resp. op 27 maart 2009 en 4 april 2009). In een door tientallen prominente Nederlanders ondertekende open brief van 30 maart 2009 wordt verzocht om het voorliggende nieuwbouwplan te heroverwegen en om in nauw overleg met alle betrokkenen een ander plan te ontwikkelen dat zowel aan de moderne inzichten voldoet als de grondslagen van de filosofie van de grondleggers van het Rosa Spierhuis respecteert. Tot de ondertekenaars van deze open brief behoren zowel enige oud-ministers (Johannes Witteveen, Hedy dxe2x80x99Ancona, Jan Pronk en Hans van Mierlo) als  verscheidene  gerenommeerde wetenschappers en kunstenaars (o.a. prof. Eylard van Hall, prof. Dick van de Kaa, Renate Dorrestein en Huub Oosterhuis). Op 14 april 2009 stelde het Tweede Kamerlid Willemse-van der Ploeg kritische vragen aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de nieuwbouwplannen van het Rosa Spierhuis.

De Bond Heemschut en de Nederlandse Tuinenstichting hebben op 20 februari 2009 burgemeester en wethouders van Laren verzocht om het huidige gebouw en de tuin als complex aan te wijzen als gemeentelijk monument; brief 20-02-2009. Het door bureau Goldschmidt en Verbruggen ontworpen gebouw in paviljoenvorm is een typisch voorbeeld van Forum-architectuur uit de tweede helft van de jaren zestig. Het werk van Mien Ruys is sterk beïnvloed door het Nieuwe Bouwen (met name de architectengroep xe2x80x988 en Opbouwxe2x80x99) en later door Forum. Ze werkte van 1967 tot 1969 aan haar ontwerp voor de tuin van het Rosa Spierhuis. Het is bekend dat Mien Ruys dit project met grote betrokkenheid heeft gerealiseerd en dat ze trots was op het resultaat. Het originele ontwerp is bewaard gebleven; het dossier bestaat uit niet minder dan 47 afzonderlijke tekeningen. De tuin is in nauwe samenhang met het gebouw ontworpen: de tuin bouwt als het ware voort op de ruimtelijke opzet van het gebouw. Aldus is een unieke verweving van tuin en gebouw ontstaan. Gezien de relatie tussen huis en tuin, de bijzondere kwaliteiten van de tuin en het feit dat de oorspronkelijke aanleg in hoofdlijnen nog intact is verdient het complex van huis en tuin bescherming. In reactie op ons verzoek heeft de gemeente Laren bericht dat voor 2009 een aantal panden beschreven zullen worden om al dan niet aangewezen te worden als gemeentelijk monument en dat ons verzoek meegenomen zal worden in dat onderzoek.

De combinatie van wonen en (door)werken was het ideaal van de beroemde harpiste Rosa Spier. In het naar haar genoemde huis zijn wonen, werken en cultuur op een bewonderenswaardige manier met elkaar verweven. Dit concept is uniek in de wereld. Bij een in 1992 door architectenbureau Feekes en Colijn uitgevoerde renovatie van het gebouw is de tuin met veel zorg ontzien en aangepast. In 2003 is in opdracht van het bestuur van het Rosa Spierhuis door B.O.S. Architecten (Beishuizen, Ongering, Smets) een uitbreidingsplan ontworpen waarbij de stijl van het bestaande gebouw gerespecteerd werd en de tuin geheel intact kon blijven. Over dit bouwplan was overleg met het ministerie gaande. In 2005 ging het roer plotseling om. Het plan van B.O.S. Architecten, dat een uitbreiding van het aantal plaatsen met ruim 30% inhield, werd terzijde geschoven, waardoor een flinke kapitaalvernietiging plaatsvond. De ideële basis van het Rosa Spierhuis werd vervangen door een commerciële benadering: het bestuur legde zijn hoofd in de strop van een grote projectontwikkelaar. Na de beoogde nieuwbouw zullen de gebouwen eigendom worden van deze projectontwikkelaar. In februari 2009 werd een schetsontwerp voor de nieuwbouw van bureau Mecanoo gepresenteerd. Dit plan omvat drie flatgebouwen, waardoor het aantal plaatsen met 60% kan worden uitgebreid. Bij uitvoering van dit plan zal de tuinaanleg van Mien Ruys geheel verloren gaan. In het programma van eisen stond namelijk niet als eis vermeld dat de tuin behouden moest blijven. Opvallend punt is dat de culturele functie in een apart gebouw wordt ondergebracht. De voor het Rosa Spierhuis zo karakteristieke verweving van wonen, werken en cultuur zal hierdoor teniet worden gedaan en daarmee de unieke filosofie van de grondleggers.

Uit een in 2005 uitgevoerd landelijk onderzoek bleek dat de huisvesting in ruim tweederde van de verzorgingstehuizen niet aan de bouwkundige eisen voldoet. Het Rosa Spierhuis is dus bepaald niet het enige verzorgingstehuis in ons land dat niet aan deze eisen voldoet. In een rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg over een inspectiebezoek aan het Rosa Spierhuis in januari 2007 wordt het feit dat de accommodatie niet meer in overeenstemming is met de huidige bouwkundige eisen slechts terloops vermeld. De kritiek in dit rapport heeft voornamelijk betrekking op ernstige  tekortkomingen in de individuele zorgplannen en protocollen alsmede het ontbreken van een meerjarenbeleidplan en een systeem om het verantwoorde zorgniveau te bewaken. 

Voor de Nederlandse Tuinenstichting en de Bond Heemschut is het vanzelfsprekend dat het gebouw moet voldoen aan de thans geldende bouwkundige eisen. Beide organisaties streven er naar om een plan te laten ontwikkelen dat de filosofie van de grondleggers van het Rosa Spierhuis respecteert met inbegrip van het behoud van de waardevolle tuinaanleg van Mien Ruys.

Over de door anderen geschreven weblogs en krantenartikelen willen wij het volgende opmerken.
Zowel Leo den Dulk als Hans Veldhoen melden dat het moeilijk zal zijn om het Rosa Spierhuis als monument aan te wijzen omdat het complex jonger is dan vijftig jaar. Inderdaad is het huis in 1969 geopend. De minimale leeftijd van vijftig jaar geldt echter uitsluitend voor rijksmonumenten. Het gaat hier om een aanvraag tot aanwijzing als gemeentelijk monument. Voor gemeentelijke en provinciale monumenten geldt de minimumleeftijd van vijftig jaar niet tenzij die expliciet in de betreffende monumentenverordening wordt vermeld. De betreffende verordening moet daartoe  altijd geraadpleegd worden. Welnu, de monumentenverordening van de gemeente Laren (N.H.) vermeldt geen minimale ouderdom zodat objecten die jonger zijn dan vijftig jaar in beginsel als gemeentelijk monument kunnen worden aangewezen.

Wij vragen ons af of niet te snel tot sloop en nieuwbouw is besloten in plaats van zorgvuldig na te gaan of het huidige gebouw aangepast kan worden. Dat dit mogelijk moet zijn blijkt wel uit de ontwerpen van Feekes en Colijn  uit 1992 en B.O.S. Architecten uit 2003 die beiden goed bij het bestaande gebouw aansluiten en de tuin intact laten.

Leo den Dulk stelt dat een discussie waarin zowel de waarde van de architectuur als die van de tuinaanleg en de wisselwerking daartussen in een naar verhouding jong ensemble nog niet eerder is gevoerd. De vraag is of die discussie veel zal afwijken van die over een ensemble dat ouder is dan vijftig jaar. In de praktijk zal het gaan om de trits inventarisatie xe2x80x93 waardestelling xe2x80x93 selectie xe2x80x93 aanwijzing. Inderdaad heeft vergelijking met soortgelijke objecten van na 1940 tot dusverre nog maar weinig plaatsgevonden. Illustratief is dat de lijst van xe2x80x98100 ter bescherming voorgedragen topmonumenten uit de Wederopbouw 1940 xe2x80x93 1958xe2x80x99 nauwelijks groene monumenten bevat. De Nederlandse Tuinenstichting heeft aan minister Plasterk dan ook een aanvullende lijst  gestuurd van monumentwaardige groene monumenten uit deze periode. Deze lijst van 29 objecten is te vinden op www.tuinenstichting.nl onder xe2x80x98Actueelxe2x80x99 / xe2x80x99Nieuwsxe2x80x99.

Hans Veldhoen (Bureau Mien Ruys) geeft als uitspraak van Mien Ruys weer: xe2x80x98Wat zijn functie verliest, houdt op te bestaan.xe2x80x99 Leo den Dulk (Tuinhistorisch genootschap Cascade) stelt dat de waarde van het ensemble van gebouw en tuin los gezien moet worden van de huidige functie.

De Bond Heemschut en de Nederlandse Tuinenstichting onderkennen de monumentwaardigheid van het ensemble. Daarom is de monumentenstatus aangevraagd voor het complex van gebouw en tuin waarin architectuur en tuinarchitectuur een onlosmakelijk geheel vormen. Anderzijds denken wij dat in bepaalde gevallen een ensemble na functieverandering wel degelijk zijn waarde kan behouden en in stand gehouden kan worden. Denk maar aan de vele buitenplaatsen die niet meer particulier bewoond worden.

Geplaatst door Piet Bakker namens de Nederlandse Tuinenstichting

Tentoonstelling ‘De toegang naar rijk bezit’


Buitenplaats aan de Vecht, Isaac Ouwater (1789)  Bron: Museum Maarssen

Uit persbericht van Museum Maarssen

Tentoonstelling: ‘DE TOEGANG NAAR RIJK BEZIT, Hekken van buitenplaatsen aan de Vecht’
Periode: van 22 april 2009 tot en met 3 januari 2010

Een tentoonstelling over de rijk gedecoreerde toegangshekken en zogenaamde xe2x80x98waterhekkenxe2x80x99 bij de buitenplaatsen.

Deze indrukwekkende hekken zijn karakteristiek voor de bloeiperiode van de buitenplaatsen in de Vechtstreek (in de 17e en 18e eeuw).
Dit begon met houten hekken, in de periode daarna smeedijzeren en gietijzeren hekken. Deze waren niet zozeer als xe2x80x98verdedigingxe2x80x99 (defensief), maar als toegang tot de buitenplaatsen:  een doorkijk naar rijk bezit, die één geheel vormde met architectuur en tuinaanleg.
De vervaardiging van de smeedijzeren en gietijzeren hekken kan de Gouden Eeuw van de smeedkunst worden genoemd: variërend in stijl van eenvoudig classicistisch tot uitbundig rococo. Een aantal is gemaakt door grote kunstenaars als Jean Tijou en Daniël Marot vaak naar voorbeeld van de Franse hekken bij adellijke tuinen en kastelen.

Ook aan de rivierzijde van de buitenplaatsen was vaak een hek: een waterhek. Bezoekers konden daar aan land.
Zeldzamer was een waterbank, een soort steigerterras aan het water.  Hier kon men afmeren met de boot, maar ook zitten, thee drinken en kijken naar wat er zich afspeelde op de Vecht. De functie was vergelijkbaar met die van de theekoepels; kijken en bekeken worden, maar dan in de open lucht.


Detail uit bovenstaand schilderij

Een persoonlijke noot. Ik vond de tentoonstelling Panorama Vechtstreek, met kaarten, vogelvluchten, gravures enz (in 2006) heel geslaagd. Die van vorig jaar, Buitenplaatsen aan de Vecht, nieuwe rijken in de 17e & 18e eeuw, vond ik minder. De ruimte is beperkt, de tentoonstellingen ook, dus combineer een bezoek met andere activiteiten. Huur bv een fiets in Maarssen, fiets langs de oostelijke oever naar het noorden en langs de westelijke terug. Maak i.i.g. geen lange rit voor enkel de tentoonstelling.  JH


Boom en Bosch (Breukelen), D. Stoopendaal (1710-19)  Bron: Museum Maarssen