TV-serie Groene Monumenten (2): Staverden

De AVRO komt voor het tweede jaar met de serie xe2x80x98Groene Monumentenxe2x80x99. Landgoed Staverden bijt de spits af, as. zaterdag 29 maart, ca. 17.00 uur, Nederland 2 (website AVRO).

17 mei as. voert de Cascade-voorjaarsexcursie ons naar Staverden en De Cannenburch. Deze uitzending is dus een mooie voorbereiding en voor de mensen die niet met eigen ogen gaan kijken, een mooie kans om toch wat meer van de eigenaar en de ontwerper te weten te komen.

Johan Carel Bierens de Haan, als -toen nog- adjunct-directeur van Geldersch Landschap / Geldersche Kasteelen en Juliet Oldenburger als ontwerper en Carla Oldenburger als vertegenwoordiger van Bureau Oldenburgers Historische Tuinen komen aan het woord over historie en restauratie (of zo men wil transformatie) van tuin en park, uiteraard uitgaande van de historische structuren. De opnames vonden plaats in het voorjaar van 2007, toen de uitvoering nog niet was voltooid, maar juist des te interessanter.

Zie ook de Cascade-weblog xe2x80x98Cradlexe2x80x99 (met alle commentaren), 11 juli 2007. CO

Uitzendingen:

29 maart Kasteel Staverden
5 april Het Vondelpark
12 april Slingertuinen in (prov.) Groningen
19 april Landgoed Eikenrode (Loosdrecht)
26 april Hortus Botanicus Haren
3 mei Museumpark Orientalis (Heilig Landstichting bij Nijmegen)


Staverden, AVRO-opnames bij de centrale parterre op Staverden. Voorjaar 2007. Foto: OHT.

Platform Kastelen en Buitenplaatsen in Zeeland opgericht


Buitenplaats Zeeduin (Oostkapelle)

In juni 2007 is het Platform Kastelen en Buitenplaatsen in Zeeland opgericht. Hierin werken  samen: de provincie Zeeland, de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ), de Nederlandse Kastelenstichting, de Kastelenstichting Holland Zeeland, de Stichting tot behoud van Particuliere Historische Buitenplaatsen (PHB), Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, Vereniging Zeeuwse Gemeenten, Landschapsbeheer Zeeland, Stichting Het Zeeuwse Landschap, eigenaren van particuliere buitenplaatsen en de Stichting Kastelen Lexicon Nederland.

In Zeeland is het Platform het coördinerend aanspreekpunt met als aandachtspunten: het vergroten van het bewustzijn inzake bescherming en behoud, het verankeren van de buitenplaatsen en kastelen met hun omgeving in de ruimtelijke ordening, erfgoededucatie, archeologie en cultuurtoerisme. Door de bundeling van organisaties is het Platform in staat om in een vroegtijdig stadium te kunnen meedenken, bijvoorbeeld over niet-beschermde monumenten of niet-onderzochte terreinen die in cultuurhistorisch opzicht mogelijk waardevol zijn. Voordelen zijn de korte lijnen en de mogelijkheid om gezamenlijk naar buiten te treden.

Zeeland had van oudsher vrij veel kastelen en historische buitenplaatsen, die in verschillende perioden zijn ontstaan. In de zeventiende en achttiende eeuw waren de Zeeuwse eilanden zeer welvarend, wat op alle eilanden leidde tot een grote toename van het aantal buitenplaatsen. Vele zijn nadien weer verdwenen toen het economisch minder ging, maar vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog en de inundatie in 1944 en de daarop volgende herinrichting en herverkaveling zijn veel waardevolle sporen van voormalige buitenplaatsen uitgewist. Typerend als archeologisch erfgoed zijn de Zeeuwse bergjes waarvan enkele nog herkenbaar in het landschap aanwezig zijn en die een beschermde monumentenstatus hebben.

Het is van groot belang dat de beschermde status van het monumentale groen meer bekendheid krijgt. De rijksoverheid staat op het standpunt dat kastelen en buitenplaatsen behouden moet blijven en dus extra moeten worden beschermd. In de praktijk blijken beleids- en plannenmakers echter onvoldoende op de hoogte te zijn van het feit dat het groen waarmee ze te maken hebben de status heeft van beschermd rijksmonument.
Het Platform Kastelen en Buitenplaatsen in Zeeland streeft ernaar dat alle betrokken partijen op dit gebied meer met elkaar gaan samenwerken. In feite moeten de rijksoverheid, de provincie Zeeland en de gemeenten een gezamenlijk standpunt innemen hoe om te gaan met kastelen, historische buitenplaatsen en ander monumentaal groen erfgoed

Het Platform Kastelen en Buitenplaatsen in Zeeland komt twee keer per jaar bijeen en heeft haar secretariaat bij de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland (SCEZ) in Middelburg.
Meer informatie:
Platform Kastelen en Buitenplaatsen in Zeeland
Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland
Postbus 49
4330 AA Middelburg
E:info@scez.nl

Marian Lenshoek

Aankondiging IFLA Wereldcongres

Vanaf 31 juni tot en met 2 juli wordt in Apeldoorn het Wereldcongres van de landschapsarchitecten gehouden. Deze prestigieuze bijeenkomst heeft een geschiedenis van 44 jaar, het 45th IFLA World Congress is voor Nederland!

Voor de International Federation of Landscape Architects hebben we de afgelopen jaren gewerkt aan een aantrekkelijk driedaags programma met Key Notes, Sessions, Talkshops, Workshops, Excursions, en een Hot Item Forum. Met een selectie uit de meer dan honderdvijftig aangeboden lezingen en presentaties krijgt het programma binnenkort zijn definitieve vorm onder de titel Transforming with Water.

Voor de historici zijn er een aantal Heritage presentaties en workshops, met natuurlijk aandacht voor de tentoonstellingen die in het Apeldoornse gehouden worden. Daarnaast wordt er opnieuw geschiedenis geschreven met voor het eerst de wereldpresentaties van plannen als het Olympic Park in Beijing of de nieuwste landschapsontwerpen voor New Orleans.

Wees erbij en maak het van dichtbij mee!

Wybe Kuitert
President Program Committee
for IFLA 2008

Zie de website www.ifla2008.com; hier kunt u zich ook inschrijven voor de nieuwsbrief!

Cascade’s Ronde Tafel Conferentie


Prospect van Haar Hoogheit Princesse van Oranjen en Nassau Lusttuin Maariënburg
Fotoreproductie uit de 20e eeuw van een tekening uit de 18e eeuw
De originele tekening is in een particuliere collectie in Amersfoort.
Bron Beeldbank Leeuwarden klik en zoom in, of klik afbeelding)

Afgelopen zaterdag vond Cascade’s RTC plaats. 7 sprekers met een variëteit aan onderwerpen. Hier de opsomming met een aantal links om even iets terug of beter te zien (bv die vogelvlucht van Mariënburg wil je toch nog even zien?)

Sander Rombout over de tuin van Rijksmuseum Amsterdam (Copijn ; en over het Nieuwe Rijksmuseum)

Anne van Hirtum met Historisch Groen Collectief (2)

Piet van Eijk over zijn zoektocht naar het groene ambacht; van tuinbaas tot groenmanage

Marieke Mastboom met De Heerlijkheid Appeltern, een landgoed in het Land van Maas en Waal

Rita Radetzky over Johann Hermann Knoop; over Mariënburg (en 2), de Prinsentuin, Plan van Leeuwarden, zijn boeken als Pomologia en Fructologia (zie Historic Fruit online), Werkdadige Meetkonst en Beschouwende en werkdadige hovenier-konst of inleiding tot de waare oeffening der planten…

Jan Holwerda met een vogelvlucht door de tijd van Huis ten Bosch

en tot slot Petra Doeve over buitenplaats Doornburgh te Maarssen  JH


Doornburgh nabij Maarssen, P.J. Lutgers (ca. 1835)  Bron Het Utrechts Archief

Expositie ‘Prenten in het park’ (Bronbeek, Arnhem)


Bronbeek met een van de oude prentbriefkaarten op groot formaat  Foto: Niek B. Ravensbergen

In het Arnhemse park Bronbeek zijn prentkaarten uit de periode 1900-1970 in groot formaat opgesteld. Ze staan op de plekken waar de fotograaf destijds de opnames maakte. De vroegere en tegenwoordige situatie van het landgoed zijn zo met elkaar te vergelijken. Binnen in het museum Bronbeek tonen vergrote reproducties de vroegere woonvertrekken van het tehuis.

Bronbeek is rond 1820 als buitenplaats in de Veluwezoom aangelegd. In 1863 vestigde het toenmalige Koloniaal Militair Invalidenhuis zich op het terrein. Dat kreeg toen tot 1960 een agrarische bestemming, maar de ruimtelijke structuur bleef behouden. De expositie geeft een indruk van het gebruik van het complex door de tehuisbewoners in de eerste helft van de 20e eeuw.

Deze expositie ‘Prenten in het park’ bedacht ik voor het 145-jarig bestaan van het Koninklijk Tehuis voor Oud-Militairen en Museum Bronbeek.

Niek B. Ravensbergen

Meer over: ‘Prenten in het park‘.

Museum Bronbeek, Arnhem
19 februari t/m 19 oktober 2008

Kasteel Slangenburg en omgeving door J. van Geelkercken (1641).


Kasteel Slangenburg en omgeving, J. van Geelkercken (1641)

In de Gelderlander van 22 februari jl. stond een bericht waarin wordt vermeld dat er een ‘nieuwe’ kaart van De Slangenburg van Van Geelkercken is gevonden.

“De tekening van Van Geelkercken staat in het blad Kronyck en is gevonden op de zolder van een kasteel in Ostenfelde (Duitsland). Een ruzie tussen de stad Doetinchem en jonker Herman van Baer leidde in 1641 tot de kaart ‘niet nauwkeurig opgemeten maar naar den oogenschijn gemaeckt’ van kasteel Slangenburg en omgeving die door landmeter Jacob van Geelkercken is gemaakt. Aanleiding voor de ruzie was wie eigenaar was van de nu verdwenen boerderij Brinckstee: de stad of kasteelbewoner Van Baer.

In de jongste Kronyck, een vier keer per jaar uitgegeven tijdschrift van de historische verenigingen Deutekom, Gander en Salem, is het verhaal over de herkomst van de landkaart te lezen. De kaart is gevonden op de zolder van Haus Vornholz in Ostenfelde (Münsterland, Duitsland). Bewoonster Johanna Elisabeth van Doornick trouwde in 1772 met Herman Adolf von Nagel van Vornholz. Johanna Elisabeth trok bij Herman Adolf in, Slangenburg werd verkocht en het archief van het kasteel ten oosten van Doetinchem werd naar Vornholz gebracht”. Aldus de Gelderlander.

Op de website van de Historische Vereniging Deutekom staat onderstaande vermeld:
Oude kaarten Slangenburg teruggevonden
Kort voor begin van de laatste fase van de restauratie van Haus Vornholz dook, naast andere waardevolle documenten, een aantal kaarten van Slangenburg uit 1641 en 1752 op. In de aanloop naar de verschijning van een geheel herzien boek over Slangenburg, nu in kleur, wijdt Jan Berends in de Kronyck een beschouwing aan deze werkelijk prachtige kaarten.  AvdD

Een advertentie uit 1792 van J.G. Michael in Aken?

Aken ligt voor wat Duitsland betreft nogal excentrisch en wordt ondanks haar lange geschiedenis (Karel de Grote) nogal eens vergeten als cultuurcentrum. Dat geldt in overtreffende trap ook voor de tuingeschiedenis. In overzichtswerken ontbreekt bij mijn weten enige referentie naar de stad (op het recente vernieuwende boek van Gundula Lang na: Bürgerliche Privatgärten in deutschen Landen um 1800: Fallstudien zu Gestalt, Nutzung und Bedeutung im Kontext des gesellschaftlichen Umbruchs, Düsseldorf/Worms 2007). Toch blijkt de stad een buitengewoon interessante tuingeschiedenis te hebben die alweer een aantal jaren geleden te boek werd gesteld in een enigszins populariserend overzichtswerk: Bodo von Koppen, Alt-Aachener Gärten, Aken 1987. Goddank voor lokale geschiedschrijving. Waaruit in dit geval blijkt dat de stad een fascinerende tuingeschiedenis heeft gehad, maar dat helaas door de Tweede Wereldoorlog en de navolgende xe2x80x98saneringenxe2x80x99 zeer weinig karakteristieks heeft overleefd.
Er staan enkele juweeltjes in, met name het Drimborner Labyrinth uit circa 1775, een van de relatief vroege landschapstuinen in Duitsland. Nodeloos te zeggen dat deze publicatie tot nu toe door de boven genoemde algemene tuingeschiedenis van Duitsland onopgemerkt is gebleven. Jammer, want het zou onder meer laten zien dat de periferie van het land wel degelijk interessants te bieden heeft. En voor ons is dit boek weer van belang omdat in de achttiende en negentiende eeuw de grenzen vloeiend waren (men zou anders verwachten) xe2x80x93 culturele ontwikkelingen hielden niet, zoals nu, halt bij de landsgrens. Wilde je in bijvoorbeeld Zuid-Limburg een fatsoenlijke tuinarchitect hebben, dan haalde je er een uit Düsseldorf of uit Luik, en niet uit Amsterdam. Over enkele aspecten van deze Duits-Nederlandse wisselwerking nu ben ik bezig aan een korte studie waarbij, als zo vaak, enkele interessante brokken niet direct bruikbaar materiaal beschikbaar worden:

De advertentie staat in de Aachen Zeitung (volledige titel: Deß Königlichen Stuhls Kais. freyen Reichs Stadt Aachen Zeitung, kom daar nu maar eens omxe2x80xa6) van 25 februari 1792:
xe2x80x98Johann Michael, Gärtner, welcher alle Indianische, Amerikanische und Afrikanische Gewächse, wie auch alle rare Blumen, Gemüsesamen und Bäume zu treiben versteht, Obstbäume zieht, und französische Blumenfelder und englische Gärten einzurichten versteht, sucht Kondition als Gärtner. Sein Aufenthalt bey Sr. [=Monsieur] Plusch nahe an St. Adelbertsthor.xe2x80x99 (Koppen, 50).

Het gaat hier naar alle waarschijnlijkheid om Johann Georg Michael (1738-1800), niet om zijn gelijknamige vader (1709-1791) die een jaar voor het plaatsen van deze advertentie, in 1791, overleed (en op 81jarige leeftijd toch wel op pensioen zal zijn geweest, ook al moest men toentertijd wel werken tot men er haast bij omviel). Voor zover bekend woonde Michael jr. vanaf 1791 op Rozenstein (xe2x80x98Roosesteynxe2x80x99) bij Beeckestein (na eerst in het tuinmanshuisje op Beeckestein zelf gewoond te hebben) en had daar een kwekerij. Wellicht kon hij deze verhuizing bekostigen door een erfenis van zijn vader. Dat Michael zijn opdrachten elders zocht mag niet verwonderlijk heten in een tijd waarin vaklieden buitengewoon mobiel waren. Ook had hij al in 1779 in een brief laten weten in Nederland een beetje uitgekeken te zijn en nu maar in Brussel en Brabant (het huidige Belgisch Brabant) begonnen was. Over verdere bemoeienissen in Duitse landen is behalve werkzaamheden in Bad Pyrmont in de jaren 1770 en 1780, niets bekend. In die jaren moet hij ook een uitgebreide plantenhandel bedreven hebben met de tuinderij op Schloss Arolsen (waar hij in de jaren 1750 onder zijn vader, de hoftuinman, zijn opleiding kreeg).
Wellicht is bovenstaande advertentie een passend klein puzzelstukje in het tableau dat leven en werk van J.G. Michael mag heten.  Wim Meulenkamp

Voor Michael, zie onder meer C.S. Oldenburger-Ebbers, xe2x80x98De tuinarchitectuur van Johann Georg Michael (1738-1800)xe2x80x99, Bulletin KNOB, XC, nr. 3, 1991, 73-79, en ook Cord Panning en Ralf Krüger, xe2x80x98Johann Georg Michael xe2x80x93 Ein Plan für Pyrmontxe2x80x99, Die Gartenkunst, II, nr. 2, 1990, 310-313.

J. D. Zocher jr. (1791-1870), architect en tuinarchitect (boek en lezing)


Nieuw BONAS-boekje verschenen: J. D. Zocher jr. (1791-1870), architect en tuinarchitect.

Auteur: Josi Smit, m.m.v. Radboud van Beekum. Bonas-reeks, deel 40. Rotterdam, 2008. 240 p. xe2x82xac 27,50. ISBN/EAN 978-90-76643-31-1

Na mijn allereerste xe2x80x98Inventarisatie van de tuin- en inrichtingsprojecten van J.D. Zocher sr; J.D. Zocher jr; C.G. Zocher; J.D. Zocher jr + L.P. Zocher en L.P. Zocherxe2x80x99, in Cascade-Bulletin Jg.1, nr.2 (december 1991), is er nu tot mijn grote vreugde een nieuwe poging gedaan de werken van J.D. Zocher en van het samenwerkingsverband met zijn zoon L.P. Zocher te inventariseren. Natuurlijk ben ik in de afgelopen 16 jaar met mijn onderzoek, dat met name gericht is op de tuin- en landschapsarchitectuur van de Zochers, ook verder gegaan. Aanvullend op mijn eerste inventariserend onderzoek verschenen 3 artikelen in het vakblad GROEN in 1990 en 1991, waarin meer op de biografische en vormgevingsaspecten van de diverse Zochers werd ingezoomd en waarin enkele ontwerpanalyses werden gemaakt. Sindsdien werk ik aan een meer uitgebreide publicatie.

Dit boekje moet echter gezien worden als een verzameling van gegevens die sinds meer dan vijftig jaar in de literatuur (199 titels) zijn verschenen. Vele auteurs schreven van elkaar over en men moet zich daarom wel steeds de vraag blijven stellen of de opgevoerde gegevens door archiefdocumenten worden gestaafd. De hoofdopzet van dit boekje is het publiceren van een Oeuvrelijst, chronologisch gerangschikt, en via een Personen en Instellingen-index en een Plaatsnamen-index toegankelijk. De nadruk ligt op de architectuur en niet op de tuin- en landschapsarchitectuur. Jammer genoeg bevat de publicatie zo goed als geen fotoxe2x80x99s van originele tuinontwerpen. Daarvoor verwijs ik de geïnteresseerde onderzoeker naar Wageningen, Bibliotheek Speciale Collecties, fototheek Zochers, want sinds 1991 zijn daar heel wat ontwerpen verzameld. Wat dat betreft geeft dit boekje dus geen aanvullingen.  CO

Naar aanleiding van het verschijnen van dit boekje geeft dr Erik de Jong in het Groot Auditorium van het NAi te Rotterdam, een lezing: 13 maart, 20.00 uur. Hij zal onder meer ingaan op de vraag hoe er in de tijd van Zocher werd aangekeken tegen zijn rol als architect en tuinarchitect. Dr. Erik A. de Jong doceert geschiedenis en theorie van de landschapsarchitectuur en is verbonden aan de leerstoelgroep Landschapsarchitectuur van Wageningen Universiteit.

Meer over het boek bij BONAS (bestellen) ; meer over de lezing bij NAi.