J. de Beijer, 1748. Tekening van het Koningshuis. Museum Het Rondeel, Rhenen.
Koning Frederik I vluchtte dus met zijn vrouw Elisabeth Stuart in 1620 vanuit Bohemen naar de Republiek der 7 Verenigde Nederlanden en kwam in 1621 in Den Haag aan. De eerste jaren woonden zij xe2x80x99s winters in Den Haag en xe2x80x99s zomers in Paleis Honselersdijk, maar later lieten zij als zomerpaleis het xe2x80x98Koningshuisxe2x80x99 in Rhenen bouwen, op de plaats van het Agnietenconvent. Dit paleis is gebouwd in 1630 /1631 door de Haagse stadsarchitect Batholomeus van Bassen (1590-1652).
Plattegrond van de gronden van het Koningshuis, get. door C. H. von Bonn, 1748. Bull. KNOB. JG. IV.
In 1631 werden de voormalige kloostertuinen geslecht. Helaas is er geen document bewaard gebleven met de indeling van de tuinen uit de jaren xe2x80x9930 van de 17de eeuw. Wel kennen we een plattegrondtekening van C.H.von Bonn, uit 1748, waarop de ligging van paleis en tuinen duidelijk is waar te nemen (zuiden boven). We zien een zwarte terug-gekantelde xe2x80x9cExe2x80x9d, welke de plattegrond van het paleis voorstelt. Ten noorden en zuiden van het huis liggen resp.de ommuurde voorhof en achterhof. Achter deze laatste hof en nog binnen de stadmuur ligt de voormalige kloosterbegraafplaats, daarachter de stadsgracht (met brug), de stadswal en vervolgens de uiterwaard (Koningswei) en de Rijn. De voorhof en de achterhof liggen in elkaars verlengde en zijn georiënteerd langs een middenas van symmetrie, die ook het paleis in twee gelijke delen verdeelt. Zowel de voorhof als de achterhof zijn via een poort toegankelijk. De Cunerakerk ligt ten zuidoosten van het paleis; ten westen er van ligt binnen de paleismuren, een grote kruiswijs verdeelde tuin (vrij op het westen), waarschijnlijk al vanaf 1631 de moestuin. De ordening van dit complex met paleis, voor- en achterhof en direct opzij uitgestrekte moestuinen, geeft een duidelijke overgang in stijl te zien, van renaissance-aanleg naar Hollands classicistische tuinarchitectuur. Mogelijk was een van de hoven ook nog versierd met parterres. De grote omwalde, omgrachte en omsingelde boomgaard annex nutstuin, staat in 1828 bekend als xe2x80x9cKoningsboomgaardxe2x80x9d, o.a. beplant met wilgen (wilgentenen-cultuur). De tekening doet vermoeden dat het (2/5de) zuidelijke deel is beplant met bomen en dat het (3/5de) noordelijke deel mogelijk wordt ingenomen door klein fruit (bessen), omringd door laag geënt fruit (xe2x80x9cnaantjesxe2x80x9d) langs de randen van de vakken. Het totale terrein is verdeeld in de Vitruviaanse / Hollands classicistische verhouding 2:3, en de acht deeltuinen zijn gerangschikt langs een middenas van symmetrie. Het ziet er naar uit dat Frederik (en architect Van Bassen) bij het ontwerpen van deze tuin de plattegrond van Honselersdijk voor ogen heeft gehad. De omtrek van de Koningsboomgaard is op Google Earth nog duidelijk te onderscheiden. CO.
Lit. H. P. Deys. Frederik V van de Palts en zijn bezittingen in Rhenen. Oud Rhenen: tijdschrift voor de historie van Rhenen. Jg.16, mei 1997, no.2.