De verleiding van Flora

Via een 2-tal emails deed Piet van der Eijk verslag van een bijgewoonde lezing en een bezochte tentoonstelling.

De bijgewoonde lezing was die van Sam Sagal, botanicus en gastconservator van vele musea, en deze keer van het Stedelijk Museum Het Prinsenhof  te Delft. En wel voor de tentoonstelling "De verleiding van Flora" met schilderijen van o.a. Jan van Huijsum (1682-1749).

 Deze schilder die het vak van zijn vader heeft geleerd maakte stillevens en schilderijen van grote bloemstukken voor vorsten en de rijken van Europa. Hij liet zich daar voor goed betalen. Ook nu nog worden voor deze schilderijen miljoenen Euro’s betaald.
Hij deed soms wel een jaar over een schilderij. Uit een briefwisseling uit die tijd is
bekend dat hij een gele roos pas volgend jaar in het stuk kon schilderen dus moest de opdrachtgever geduld hebben.

De schilderijen op dia hebben al erg veel indruk gemaakt, soms zo precies geschilderd met een penseel met een haar. Volgens Sam Sagal haalde Jan van Huijsum de bloemen uit kwekerijen in Haarlem en Amsterdam. De gastconservator wist ook vele verhalen te vertellen van een vaag beeld op de achtergrond van een stilleven, wat het voorstelde en waar het stond of staat.

De lezing was een opwarmertje voor en aanleiding tot een bezoek aan het museum:

De verleiding van Flora

Voor een "buitenman" was ik zeer onder de indruk hoe echt er door Jan van Huysum (1682-1749) is geschilderd.

 Een zeer uitgebreide handzame catalogus (helaas zwart wit) doet verhaal bij de schilderijen die soms bolstaan van de symboliek uit die tijd. Van enkele schilderijen staan alle bloemen en planten met Nederlandse en Latijnse naam vernoemd.
Bijzonder is dat deze schilder bij leven zeer welgesteld was en voor zijn werk 20 x zoveel ontving als Rembrand voor zijn werk. Zijn schilderijen hingen dan ook alleen bij de rijkste vorsten en personen in Europa. Op stillevens en boeketten zit vaak een vlieg of ander insect zo levensecht dat je denkt dat die zo wegvliegt.
Deze perfecte fijnschilder kwam uit een artistieke familie maar oversteeg zijn vader en andere familieleden ruimschoots.

De tentoonstelling, die nog tot 7 januari 2007 te zien is, laat ook werk van fotograaf Margriet Smulders en bloemsierkunstenaar Pim van der Akker zien. Ook de werkkamer van Prof van Itterson (1878-1972), botanicus aan de technische universiteit, is nagebouwd en geeft een mooi beeld van zijn tekeningen en modellen die door kunstenaars uit die tijd werden vervaardigd.

In persmap  worden nog een aantal werken getoond. Na download volgt het werk in een veel groter, detailleerd formaat.

Schilderij ’t Huis Moerenburgh (Tilburg)


Uitsnede van middendeel van schilderij ’t Huis Moerenburgh
uit Beeldonline van Regionaal Archief Tilburg

Regelmatig vind ik een nieuwtje, een lezing of een tentoonstelling te laat. Zo ook nu, maar het vormde wel aanleiding tot het bijeen zoeken van materiaal en uiteindelijk deze weblog.

Toevallig stootte ik op ‘activiteiten in Landschapspark Moerenburg ‘ met een afbeelding die om verder zoeken vroeg.

Een schilderij van ’t Huis Moerenburgh (Tilburg) uit ca. 1700, dat in 1990 door Het Noordbrabants Museum in ‘s-Hertogenbosch van een Tilburgse particuliere verzamelaar werd gekocht (zie hier ).

In 1995 stootte men op de archeologische resten van dit huis, zie hier voor meer info, wat geschiedenis en het schilderij.

Tenslotte vond ik via Beeldonline van Regionaal Archief Tilburg verscheidene foto’s van het schilderij, o.a. voor restauratie en na restauratie. In Beeldonline heeft u mogelijkheden om het gehele schilderij te zien, maar ook in te zoomen en te schuiven over de afbeelding.  JH

J.J. Wartmann

Tineke Scholtens zou graag meer weten over J.J. Wartmann:

In het familie-archief van Trip bevindt zich een tuinontwerp van zijn hand, gemaakt voor de buitenplaats Zomerlust in Veendam, van H.J. Trip. Er staat geen jaartal op maar aangezien H.J.Trip in 1780 overleed moet het daarvoor getekend zijn. Het is een eenvoudig classicistisch ontwerp met broderies, een half-cirkelvormige afsluiting, ‘bosschagies’, weidland, appelhof, moestuin. Ik heb stille hoop dat deze Wartmann mij verder brengt in mijn zoektocht naar de architect van een veel mooiere "Trip-tuin", nl. die van vermoedelijk de Warffumborg. Ook daar is een ontwerp van, maar zonder naam, zonder opdrachtgever, zonder jaartal. Schatting: eerste helft achttiende eeuw.

Wie helpt Tineke verder?

 Tuinhistorisch Genootschap Cascade

Het Tuinhistorisch Genootschap Cascade is opgericht in 1987 en in 1997 omgezet in een stichting. 
Het interdisciplinaire vakgebied geschiedenis van de tuin- en landschapsarchitectuur wordt in Nederland beoefend door historici, praktisch geschoolden en persoonlijk geïnteresseerden.  Onder hen bevinden zich historici, kunsthistorici, historisch geografen, neerlandici, biohistorici, tuin- en landschapsarchitecten, biologen, dendrologen, kwekers, hoveniers en geïnteresseerde eigenaren/beheerders van historische tuinen, parken en buitenplaatsen.  Zij allen ontmoeten elkaar in het Tuinhistorisch Genootschap Cascade.

Onbekend ontwerp/plattegrond (1706) van de tuinen van Het Loo gevonden


Foto verstrekt door Nationaal Museum Paleis Het Loo

Dit ontwerp is gemaakt in 1706 door T. Henry Reetz,"königlich preußfischen und kurhannoverschen Hofarchitekten" in Berlijn. Deze Reetz werkte voor Frederik I, koning in Pruisen van 1701-1713, en zoon van Frederik Willem, de grote Keurvorst, en van Louise Henriette van Oranje. Frederik heeft na het overlijden van Willem III lang volgehouden zijn erfgenaam te zijn en daarom heeft hij ook situatietekeningen en nieuwe ontwerpen laten maken voor de tuinen van Het Loo en die van Paleis Honselersdijk, Huis ten Bosch en Het Oude Hof.

Omdat we uit de tijd van aanleg van de boventuin geen andere uitgevoerde situatietekeningen kennen dan alleen de bekende van C. P. van Staden uit ca. 1725 (Nationaal Archief Den Haag), is dit een belangrijke vondst.

De plattegrond is de afgelopen tijd nauwkeurig bestudeerd en geanalyseerd door ir. Ben Groen, conservator van de tuinen van Het Loo. De tekening kwam op een juist moment. Bekend is dat in de periode 1980-1984 de parterres in de boventuin alleen gedeeltelijk zijn aangelegd vanwege het behoud van enkele grote bomen in dat gedeelte van de tuin. Nu zijn er zoveel bomen verdwenen dat de parterres kunnen worden voltooid. Dat zal in 2007gebeuren, mede op grond van de plattegrond van Reetz.

Een artikel van de hand van Ben Groen zal in het komende Cascade-Bulletin (no. 2006-2) verschijnen. Als voorproefje, en ook als studiemateriaal, straks te gebruiken bij het lezen van het artikel, mogen we hier alvast een digitale afbeelding laten zien. U krijgt nu eerst zelf de tijd om uw eigen oordeel over de tekening te vormen en kunt dit later met de analyse, hypothese en conclusie van Ben Groen vergelijken.  CO

Donderdag Rob Leopold Symposium

Begin augustus hadden we een weblog Sonnet van C.O.Jellema

Jan Nauta en Sible de Blaauw reageerden hierop met ‘wat een verrassing om het gedicht over onze tuin op de website aan te treffen’ en ‘overigens is dit de tuin waar Rob Leopold over heeft geschreven en waar wij op het te zijner nagedachtenis te houden symposium, over zullen spreken’

Behalve foto’s werd het gedicht in de eigenlijke vormgeving en een begeleidende tekst toegezonden, zie hier.

Op afbraak. De sloop van buitenplaatsen in de periode 1780-1830

Gevonden in Scriptie Archief  van Universiteit Utrecht: Op afbraak. De sloop van buitenplaatsen in de periode 1780-1830, doctoraalscriptie van Roel Mulder. Bekend is dat veel buitenplaatsen uit ons landschapsbeeld zijn verdwenen. Als reden wordt vaak de economische achteruitgang in de Bataafs-Franse tijd genoemd.
Deze scriptie poogt een antwoord te geven op vragen als het hoe, waarom, wanneer en ook hoeveel buitenplaatsen er zijn verdwenen. Het resultaat is een lezenswaardig verhaal. Veel meer blijft uit te zoeken, maar dat doet niets af aan het gepresenteerde materiaal. Enkele punten zijn, afbraak is van alle tijden, de genoemde economische achteruitgang in de Bataafs-Franse tijd is slechts een aspect en met een beperkte directe impact, en een ogenschijnlijk verband tussen lage grondprijzen en de opkomst van buitenplaatsen.

De auteur constateert zelf reeds dat deze scriptie slechts een tussenstand kan geven. Ik kan me voorstellen dat menig lezer al direct met aanvullingen en opmerkingen kan komen.  JH


Het demolieeren van de Buitenplaats Wel Te Vrede onder de Bilt in 1811, C. van Hardenberg
Uit: Op Afbraak van Roel Mulder

Nieuw Tuin-schilderij uit 1647


Bron: Dordrechts Museum

In het Rembrandtjaar heeft het Dordrechts Museum een schitterend schilderij aangeboden gekregen door de vrijwilligers van het museum. Het betreft portret van echtpaar in tuin, van Samuel van Hoogstraten (1627-1678), die het schilderij vervaardigde op 20 jarige leeftijd. Het schilderij is gedateerd 1647, waarschijnlijk het jaar dat Van Hoogstraten vanuit Amsterdam naar Dordrecht terugkeerde.

Op dit schilderij zijn de echtlieden Johan Cornelisz. Vijgenboom en Anneken Joosten Bogaert afgebeeld. Johannes was kruidenier en diaken in de Doopsgezinde Broederschap. Zij staan -gekleed in het zwart- hand in hand op een tuinpad dat leidt naar een Hollands classicistisch huis in Dubbeldam (Huis Dubbeldam?). Links de man met tulp in de hand die hij -als bewijs van trouw- aanbiedt aan zijn vrouw rechts. Het pad, dat verspreid beplant is met veelal gestreepte tulpen, geeft toegang via een begroeide latwerk-poort met drie torentjes, tot het buiten. Aan beide zijden van het toegangspad zien we tuinen met hekken gesierd met houten knoppen, zoals gebruikelijk in die tijd. De invloed van de Italiaanse tuinkunst, zoals we die ook kennen van de prenten van Hans Vredeman de Vries en later van Jan van der Groen, is hier duidelijk waarneembaar.

Het bijzondere van dit schilderij is dat het heel duidelijk een werk is dat gemaakt is naar de werkelijkheid en dat is voor een tuinschilderij uit de eerste helft van de 17de eeuw echt bijzonder. Zoveel voorbeelden zijn daar niet van. Zie verder het persbericht  van het Dordrechts Museum.  CO