Johan-Carel Bierens de Haan met het 1e exemplaar in de hand. Naast hem uitgever en eindredacteur Anne Mieke Backer Foto: Sandra den Dulk
Hét boek
Dé auteur, Leo den Dulk
Foto’s: Sandra den Dulk
Meer over boek en bestellen, zie hier.
Johan-Carel Bierens de Haan met het 1e exemplaar in de hand. Naast hem uitgever en eindredacteur Anne Mieke Backer Foto: Sandra den Dulk
Hét boek
Dé auteur, Leo den Dulk
Foto’s: Sandra den Dulk
Meer over boek en bestellen, zie hier.
‘Ik werk nooit achterste voren’
Mien Ruys heeft direct na de oorlog een beplantingsplan gemaakt voor de wal aan de Nunspeter kant van Elburg, vanaf het Neerlands Bergje tot en met het Bolwerk. Om iets te proeven van de typisch na-oorlogse sfeer volgt hier de inhoud van de briefwisseling tussen mejuffrouw M. Ruys en de weledelgestrenge heer gemeente–architect K. Meyer.
Op 6 mei 1945 richt de heer Meyer zich tot de kwekerij Moerheim te Dedemsvaart. De postverbindingen zijn zo slecht dat hij het advies krijgt rechtstreeks contact te zoeken met mejuffrouw M. Ruys in Amsterdam. Zij is daar hoofd van hun afdeling-tuinarchitectuur. De brief van de gemeente-architect wordt op 28 mei verstuurd. Onverwacht snel komt het antwoord:
‘Het is mijn bedoeling om 7 juni per fiets uit Amsterdam te vertrekken. Ik zou dan 8 juni in Elburg kunnen zijn, maar ik weet natuurlijk niet hoe laat, daar dit veel van wind afhangt’.
Nieuwsgierig naar haar eerste kennismaking met Elburg heb ik mevrouw Ruys in het voorjaar van 1991 opgebeld. Zij woonde nog steeds in Amsterdam. Het enige dat zij zich nog van die dag herinnerde, is de overnachting gewoon op een matras op de grond.
Op 8 juni wordt ze door de heer Meyer rondgeleid en worden er afspraken gemaakt.
Op 14 augustus volgt vanuit Elburg nog enige aanvullende informatie: ‘Op de wal bij de Gasfabriek zal een monumentje worden opgericht ter nagedachtenis aan de gevallen strijders van de ondergrondsche verzetsbeweging. Ik verzoek u hiermede rekening te houden met uw ontwerp’.
Later in augustus is de globale begroting van mejuffrouw Ruys klaar. De totale kosten bedragen 3440 gulden. En dat terwijl er maar 1500 gulden voor was uitgetrokken. Vooral de post beplantingsplannen, ontwerp, leiding en reiskosten wijkt nogal af van de ‘paar honderd gulden’ zoals was afgesproken.
Om hierin tot overeenstemming te komen, stelt mejuffrouw Ruys aan de heer Meyer voor naar de Essenburgh te fietsen, waar zij de 19e september moet zijn. Onderaan deze brief voegt zij hieraan toe: ‘Mijn banden zijn zo slecht dat ik niet van Hierden terug kan gaan naar Elburg daar ik de 19e ‘s middags in Doorn moet zijn.’
Inmiddels heeft de Meyer een motorrijwiel op de kop getikt. Hiermee wil hij mejuffrouw Ruys gaarne ophalen. Het lukt echter niet om tot een afspraak te komen. De verdere afhandeling vindt daarom schriftelijk plaats. Op 16 oktober is alles naar genoegen geregeld.
Een nieuw plan om het Neerlands Bergje met keien te verhogen, vindt geen genade in de ogen van mejuffrouw Ruys: ‘Ik ben bang dat dit een prutserige indruk zal maken.’
Op mijn vraag of mevrouw Ruys ooit nog wel in Elburg is geweest om te zien hoe haar plannen zijn uitgevoerd, antwoordde ze resoluut: ‘Nee, meer Bakker, ik werk nooit achterste voren, maar altijd vooruit. Er is nog zoveel te doen.’